TADJIKISTAN / TAJIKISTAN

‘Reizen tussen hemel en hel’

We nemen er Tadjikistan vlug even bij in de reisplanning. Als we dan toch in deze streek zijn, kunnen we er even goed even vlug door fietsen. We rekenen met 2 weken om dan een van onze hoofddoelen van de reis binnen te trekken: Kirgizië. Het zal echter verrassend anders uitpakken. Dus haal eerst nog een kopje koffie of een biertje (of nee, neem er maar twee!) en ga rustig zitten, want hier volgt het “lange evangelie volgens jlgoeast”.

Na ons ‘lange’ wachten voor de Oezbeekse uitgangspoorten raken we vlot Tadjikistan binnen. De douanier heet ons hartelijk welkom en plaatst onverwijld een ingangsstempel op onze visa. Daarna worden we verplicht door een ‘desinfectiebad’ te rijden. Onze banden worden nauwelijks nat, maar het kost ons wel 5 dollar. Ten slotte moeten we nog een ‘transit fee’ van 25 dollar betalen om het land te mogen doorrijden. Dat de beambte Eden Hazard en Vincent Kompany kent, verbaast me niet.

We zijn nog maar net de grens over en hebben de woestijnvlakte van Oezbekistan achtergelaten en we komen meteen in een ander landschap terecht. Hier hebben de bergen het voor het zeggen. Na zo’n 30 km goede wegen in Tadjikistan halen we de fietsende Hannah en Damian in. We klagen over onze ervaring met de brutale Zwitsers aan de grens en besluiten daarna samen te kamperen, een gezellige avond met een boeiend koppel.

‘Travelling between heaven and hell’

We had added Tajikistan to our travel itinerary as an ‘in-betweenie’. While we are in the neighbourhood, why not quickly run through the country as well. We take 2 weeks into account after which we will be entering one of our main targets from our trip: Kyrgyzstan. It will turn out surprisingly different, though. So go and grab a cup of coffee or a bottle of beer (well, you’d better take two!) and have a seat, because here’s a long gospel according to jlgoeast.

After our ‘long’ wait in front of the Uzbek exit gates, we easily enter Tajikistan. The customs officers give us a warm welcome and puts an entry stamp in our visas without delay. Then we are obliged to drive through a ‘disinfection bath’. Our tyres hardly get wet, but it does cost us 5 dollars. Finally, we need to pay a 25 dollar ‘transit fee’ to travel the country. That the officer knows Eden Hazard and Vincent Kompany comes as no surprise.

We have hardly past the border and have left the desert plains of Uzbekistan behind us and we end up in a completely different landscape. Here the mountains rule. After driving some 30 kms on good roads in Tajikistan we catch up with cycling Hannah and Damian. We complain about our experience with the cheeky Swiss at the border and then decide to camp together, a pleasant evening with a fascinating couple.

Eerste nach in Tadjikistan / First night in Tajikistan

Eerste nach in Tadjikistan / First night in Tajikistan

Eerste morgen in Tadjikistan / First morning in Tajikistan

Eerste morgen in Tadjikistan / First morning in Tajikistan

De volgende ochtend bollen we richting Khujand. Met zijn 180.000 inwoners is dit de tweede grootste stad van het land. Veel valt er echter niet te beleven in deze groene stad. We kuieren er wat rond, zoeken tevergeefs naar de bustes van Marx en van Lenin en gaan inkopen in de plaatselijke bazaar. Na ons middagmaal gaat het richting Doesjanbe, de hoofdstad van Tadjikistan. Hiervoor trekken we de bergen en rijden op 2.700 meter hoogte door eentunnel, waardoor we de oude Shakhristan-pas niet meer over moeten. Tijdens de afdaling begint het te regenen en wordt het koud. We vinden in het dal aan de oevers van een bergrivier een mooi plaatsje om te overnachten. De rest van de rit houden we voor de volgende dag.

Bij het ontwaken schijnt de zon opnieuw naar hartelust. We halen tafel en stoelen boven voor ons ontbijt.

The next morning we push off to Khujand. With its 180,000 inhabitants, this is the second largest city in the country. There really isn’t that much to see or do in this green town. We stroll around a bit, look for the busts of Marx and Lenin, but in vain and go shopping at the local bazar. After lunch we set sail for Dushanbe, the capital of Tajikistan. We head for the mountains and at 2,700 metres we enter a tunnel, as a result of which we don’t need to climb over the Shakhristan pass. During the descent it starts raining and it’s getting cold. Luckily, we find a nice spot on the banks of a mountain stream where we can spend the night. We will cover the remaining distance the next day.

In the morning the sun is shining brightly again. We get our table and chairs out for breakfast.

Onderweg / Along the way

Onderweg / Along the way

Onderweg / Along the way

Onderweg / Along the way

Reis plannen / Planning the trip

Reis plannen / Planning the trip

Tijdens de beklimming van onze volgende bergpas genieten we van het mooie weer en de schitterende bergen die ons omringen. Het lachen vergaat ons echter als we op 2.600 meter aan de ingang van de Anzobtunnel komen. Waren we in Darvaza bij de gaskraters al eens aan de poorten van de hel, dan staan we er hier opnieuw voor en beginnen we letterlijk aan een helletocht. De tunnel is wel al gegraven, maar de weg is nog niet aangelegd. De weg zit vol kniediepe putten, is nauwelijks verlicht noch verlucht. Auto’s waden door het bergwater en zigzaggen zich een weg door de 5,5 km lange pijp. Wij leggen het traject in meer dan drie kwartier af! We hopen dat ons tolgeld snel zal worden gebruikt om deze loopgraaf te plaveien. Dit is een weg die je hoopt maar 1 keer in je leven te moeten afleggen. De afdaling biedt hoop dat het ooit in orde komt. De goede weg volgt de stroom van een kolkende bergrivier.

While climbing our next mountain pass we are enjoying the nice weather and the beautiful mountains that surround us. However, we stop smiling when we arrive at the entrance of the Anzob tunnel at an altitude of 2,600 metres. If we thought we were at the gates of hell at the Darvaza gas craters, well, here we are again in front of them and we literally are in for a hell’s journey. The tunnel has been dug, but the road hasn’t been properly paved yet. The road is ful of knee-deep potholes, is hardly lit nor ventilated. Cars wade through the mountain water and zigzag through the 5.5 km long pipe. We spend over three quarters of an hour in this hellhole. We hope that our toll money will soon be used to pave this trench. This is the kind of road you hope you only need to drive on once in a lifetime. The descent offers hope that it will be OK someday. The good road follows the flow of a swirling mountain stream.

Onderweg / Along the way

Onderweg / Along the way

Begin Anzobtunnel / Start of Anzob tunnel

Begin Anzobtunnel / Start of Anzob tunnel

Onderweg in Anzobtunnel / Along the way in Anzob tunnel

Onderweg in Anzobtunnel / Along the way in Anzob tunnel

In Doesjanbe willen we in de eerste plaats onze vergunning regelen om door de Pamirstreek te mogen reizen. Deze streek wordt door verschillende clans bewoond en soms krijgen die het nog eens met elkaar, maar vooral met de Tadjiekse regering aan de stok.Deze autonome en arme regio grenst ook aan Afghanistan en vormt hierdoor een belangrijke schakel in drugsmokkel. Je reist er dus niet zo maar eventjes door.

In het OVIR-kantoor worden we duidelijk gemaakt dat we niet op een vergunning moeten rekenen. De beambten spreken geen Engels, maar twee in een X gekruiste armen, gevolgd door de uitspraak “Pamir njet” zeggen genoeg. We kunnen hier wel de reden niet achterhalen en vermoeden dat de Pamir Highway nog ondergesneeuwd ligt. Tajikistan bestaat dan ook voor meer dan 90% uit bergen, waarvan vele de 3.000 meter overstijgen.

We stappen dan maar een reisbureau binnen en al gauw komen we te weten dat er momenteel onlusten aan de gang zijn in de Pamir en dat we daardoor momenteel geen doorreisvergunning zullen krijgen. Hoe lang dat kan duren, is niet duidelijk.Dit betekent wel een serieuze streep door onze reisplanning. We gaan onze opties moeten herbekijken en eventueel onze reisroute opnieuw aanpassen.

Maar eerst gaan we op zoek naar de bezienswaardigheden van de Tadjiekse hoofdstad. Veel zijn het er niet en ze bevinden zich allemaal niet ver van de Rudaki-boulevard die de stad doormidden snijdt. Voorbij het standbeeld van Somoni, ooit heerser over een groot Tajikistan en nu naam van de plaatselijke munteenheid, lopen we door het park naast het nieuwe presidentiële paleis. In dit straatarme land heeft de heerser zich toch nog een aardig optrekje kunnen veroorloven. Er wordt wel bespaard op de elektriciteit van de kabelbaan die naar het oorlogsherdenkingsmonument leidt. We stappen de heuvel dan maar te voet op en vinden naast het monument een heel leuk terras dat niet enkel fris Dushanbebier schenkt, maar ook een prachtig uitzicht biedt op de stad.

Our main goal in Dushanbe is to arrange our permit to travel through the Pamir area. This area is inhabited by different clans and sometimes they get into ‘heated arguments’ with each other, but especially with the Tajik government. This autonomous and poor region also borders on Afghanistan and as a result it’s an important link in the drug smuggling. So you can’t just travel through it.

At the OVIR office we are made clear that we do not have to expect to receive a permit. The officers do not speak English, but the ‘X’ signed with two arms, followed by “Pamir njet” says enough. We don’t get any further explanation or any reason for it, but we suspect that the Pamir Highway is still covered in snow. Tajikistan consists for over 90% of high mountains, many of which exceed 3,000 metres.

So we enter a travel agency and soon we learn that there are riots in the Pamir area and that is the reason we don’t get a travel permit. How long this is going to last, is unclear. This means, however, an enormous setback for our travel plans. We will have to reconsider our options and maybe adjust our itinerary again.

But first we’ll try and find the places of interest of the Tajik capital. There are not that many and they are all in the vicinity of Rudaki boulevard, which traverses the city. Past the statue of Somoni, once ruler of a great Tajikistan and now name of the local currency, we walk through the park next to the new presidential palace. In this poverty-stricken country the ruler still could afford a ‘nice little home’. However, they do save on electricity for the funicular to the war remembrance monument. So we walk up the hill and next to the monument we find a very cosy terrace that not only serves cool Dushanbe beer, but also offers a nice view on the city.

Doesjanbe / Dushanbe

Doesjanbe / Dushanbe

Doesjanbe - presidentieel paleis / Dushanbe - presidential palace

Doesjanbe – presidentieel paleis / Dushanbe – presidential palace

Doesjanbe / Dushanbe

Doesjanbe / Dushanbe

We besluiten te gaan bezinnen in het Fangebergte en hopen dat tijdens onze bezinning de onlusten in de Pamirstreek eindigen. We kijken echt uit naar een weekje vakantie aan het Iskenderköl-bergmeer, maar hiervoor moeten we echter nog eens door de helletunnel. Nadat we in de bazaar het nodige proviand hebben ingeslagen, rijden we in de namiddag onze kwelgeest tegemoet. De wagen krijgt het niet enkel nog eens hard te verduren, als we de tunnel uitrijden, worden de hemelsluizen ook nog eens opengezet. We houden halt op dezelfde plaats als een paar dagen voordien en hopen op beter weer de volgende dag om de bergen in te trekken.

Terwijl in België de mensen zich suf piekeren over wie ze hun stem gaan geven, staan wij op zondagmorgen 25 mei opnieuw in de garage. Een snelle blik op het chassis ontdekte een scheurtje in het Oezbeekse knip- en laswerk. Voor we naar het bergmeer kunnen klimmen, moet dat toch gemaakt worden. En gelukkig werken garagisten in Tadjikistan op zondag. Tegen de middag beginnen we aan onze kronkelende hobbeldebobbel-bergrit. We kruipen anderhalf uur over de 24 km. Geduld is een schone deugd en wordt meer dan beloond bij aankomst. We plaatsen onze kar op een lege camping aan de oever, waar aan de overzijde de president een buitenverblijfje heeft. Hier gaan we een weekje rusten, niksen, wandelen, misschien zwemmen, eten en drinken…

We decide to go and think in the Fan mountains and hope that during our contemplations the riots in the Pamir area will come to an end. We are really looking forward to a week of holidays at the Iskenderköl mountain lake, but to reach it we need to drive through hell’s tunnel once more. After we have run errands at the bazar, we are going to face our tormentor in the afternoon. Not only is our car having a hard time, once we get out of the tunnel, the heavens open. We park at the same place as a few days earlier and hope to have better weather to climb into the mountains the next day.

While in Belgium people are pondering on who to cast their votes, on Sunday morning 25th May, we end up at the garage again. A quick check of the chassis showed a crack in the Uzbek welding. This really needs to be fixed before we head for the mountains. And luckily, car mechanics work on Sunday in Tajikistan. Just before noon we start tackling the winding bumpety-bump mountain drive. We crawl for one and a half hours, but eventually end up at the lake 24 kms from the main road. Patience is a virtue and we get rewarded upon arrival. We park our home on an empty camping ground on the shores of the lake, on the other side of which the president has a countryhouse. For a week, we will rest, do nothing, walk, maybe swim, eat and drink…

Onderweg / Along the way

Onderweg / Along the way

Onderweg naar Iskenderköl / Along the way to Iskenderköl

Onderweg naar Iskenderköl / Along the way to Iskenderköl

Iskenderköl

Iskenderköl

We zijn nog niet helemaal aangekomen of we worden al voor een borrel uitgenodigd en de week wordt afgesloten met een verjaardagsfeest. Een twintigtal mannen vieren de 33ste verjaardag van hun vriend met eten, drinken en dansen. Als enige toeristen op de camping mogen we deelnemen aan de festiviteiten.

Op donderdagavond ontmoeten we Khodurguy, een plaatselijke reisagent, die ons verzekert dat hij ons aan de GBAO-vergunning kan helpen tegen maandagavond. Ons plan was om sowieso op maandag nog eens naar Doesjanbe gaan om te proberen de vergunning te krijgen, omdat we al gehoord hadden dat er opnieuw vergunningen zouden worden uitgegeven. Maar we willen het zekere voor het onzekere nemen en gaan graag in op Khodurguy’s aanbod om de vergunning tegen maandag voor ons te regelen; uiteraard met een stevige commissie.

We have only arrived when we already get invited for a glass of wodka and we end the week with a birthday party. About twenty men are celebrating their friend’s 33rd birthday with food, drinks and dancing. As the only tourists on the camping ground we can join the celebration.

On Thursday evening we meet Khodurguy, a local travel agent, who assures us that he can arrange the GBAO permit for us by Monday evening. We had already planned to go back to Dushanbe on Monday to try and get the permit, as we had already heard that permits were being issued again. But we want to play it safe and take Khodurguy’s offer to get our permit by Monday; obviously with a hefty commission.

Iskenderköl

Iskenderköl

Iskenderköl: verjaardagsfeestje / birthday party

Iskenderköl: verjaardagsfeestje / birthday party

Iskenderköl: verjaardagsfeestje / birthday party

Iskenderköl: verjaardagsfeestje / birthday party

We trotseren op zondag 1 juni nogmaals de “duivelstunnel” en raken heelhuids tot in Doesjanbe, waar we opnieuw ons parkeerplekje innemen bij openluchtrestaurant Moskva. Als we op maandag onze reisagent contacteren, blijkt dat hij onze vergunning niet voor vandaag heeft kunnen regelen, wegens te veel aanvragen na de sperperiode, maar woensdagavond kan hij het ophalen en kunnen wij de Pamir in.

Intussen zijn Hannah en Damian ook in Doesjanbe en ’s avonds vertelt Hannah (Damian is spoorloos 😉 ) ons dat zij ’s morgens zelf hun GBAO-vergunning hebben aangevraagd, zoals wij de 1e keer ook probeerden en er de volgende morgen al omkunnen… Vreemd. Vooral; zij betalen slechts 5 dollar, wij 30.

We proberen van de nood een deugd te maken en nemen eens contact op met het thuisfront. Na onze skypemarathon worden we aangesproken door Christoph. Onze noorderbuur geeft in Doesjanbe gedurende een jaar privéles Nederlands. Hij geeft ons de gegevens van een betrouwbare garagist die onze chassis zou moeten kunnen lassen zoals het hoort. Op woensdag neemt Slavic, een Oekraïense missionaris met automechanische roots, het onderstel van de wagen professioneel onder handen in de achterbuurten van de Tadjiekse hoofdstad. Hij verzekert ons dat de plaats waar hij nu 5 mm dikke staalplaten heeft gelast niet meer kan scheuren of breken. Over de rest van het chassis kan hij zich uiteraard niet uitspreken. Wij branden een kaarsje, opdat we ons karretje heelhuids thuis zullen kunnen brengen. In het ergste geval laten we de woonunit achter en rijden we verder met de jeep.

On Sunday 1st June we face the “devil’s tunnel” once again and unscathed we get to Dushanbe, where we take the same parking and sleeping spot again next to open-air restaurant-bar Moskva. When we contact our travel agent on Monday, he’s telling us that he was not able to arrange our permit for that day, because there were too many applications after the closing of the area, but on Wednesday evening he’ll collect our permits and we can head into the Pamirs.

In the meantime Hannah and Damian have also arrived at Dushanbe and in the evening Hannah (Damian is nowhere to be found 😉 ) tells us that they applied for the GBAO permit themselves in the morning, like we tried over a week ago, and they can go and get it the next morning… Strange. Especially, they only pay 5 dollars; we pay 30.

We try and spend our time well and make contact with the home front. After a skype marathon Christoph comes up to us. Our Dutch neighbour is teaching privately in Dushanbe. He introduces us to a reliable car mechanic who should be able to fix our chassis as it should be. On Wednesday, Slavic, a Ukrainian missionary with carmechanical roots, has a go at the undercarriage of our car professionally in the backstreets of the Tajik capital. He assures us that the part where he welded 5 mm thick steel plate cannot break or tear anymore. Obviously, he cannot promise the same thing for the rest of the chassis. We light a candle and hope that we will be able to bring our car home in one piece. Worst case scenario is to leave the living unit behind and continue with the pick-up truck only.

Doesjanbe: in de garage / Dushanbe: at the garage

Doesjanbe: in de garage / Dushanbe: at the garage

We zijn nog maar net terug in de stad, als onze hulpvaardige reisagent ons opbelt. Jammer genoeg heeft hij slecht nieuws. De OVIR-ambtenaren zijn overwerkt door het grote aantal aanvragen (hoewel wij weining toeristen zien in Doesjanbe) en zullen pas de volgende dag onze aanvraag kunnen verwerken… Dan maar nog een dag langer wachten. We spreken af dat we op donderdagmiddag met hem zullen meegaan naar het registratiekantoor. Misschien kunnen we ze zo overtuigen om vlugger de nodige stempels te zetten, maar ook omdat we ons geloof in de man kwijt zijn.

Maar om 14 u donderdagnamiddag zijn onze vergunningen nog altijd niet klaar. De beambte wacht op goedkeuring van de minister om de aanvragen goed te keuren. Om 17u zou het echter in orde moeten komen. Bij het buiten gaan ontmoeten we de Russische Svetlana. Zij vertelt dat haar Amerikaanse reisgenote ’s morgens de GBAO-vergunning heeft aangevraagd en er in de namiddag mag om komen. Wij krijgen een licht vermoeden dat er met onze voeten wordt gespeeld, maar veel kunnen we er nu toch niet meer aan doen, behalve hopen dat we om 17u onze vergunning krijgen…

We have just returned to the city, when our helpful travel agent calls us. Unfortunately, he has bad news. The OVIR officers are overstrained by the huge amount of applications (although we see hardly any tourists in Dushanbe) and will only be able to process our application the next day… Well, in that case we wait one more day. We agree on meeting on Thursday afternoon and we will join him to the registration office. Maybe we will be able to convince them to put the necessary stamps quicker, but also because we have lost faith in the man.

But on Thursday afternoon at 2 pm our permits are not ready yet. The clerk is waiting for the ministers approval for the applications. However, at 5 pm that should be alright. Upon leaving the office we meet Russian Svetlana. She tells us that her American travelling companion has applied for the GBAO permit this morning and she can come and collect it today late afternoon. We get a suspicions that somebody is playing tricks with us, but thereWe get a suspicions that somebody is playing tricks with us, but there’s nothing much we can do about it now, except hope we get our permits at 5 pm…

We wagen ons om 16.45u zonder onze hulpvaardige reisagent het OVIR-kantoor in en vragen of onze vergunningen al klaar zijn. Door een taalkundig misverstandje denkt de bediende dat we een aanvraag willen indienen en hij zegt ons dat we er de volgende dag zonder probleem om kunnen komen en misschien kan zijn collega het wel nu nog fiksen voor een “kleine vergoeding”. Daar willen we wel voor gaan, maar net op dat moment verschijnt Khodurguy en zegt dat de aanvragen al zijn ingediend en hij die nu komt ophalen. Terwijl we wachten, doet hij zichzelf de das om, door zijn betalingsbewijs bij de bank te tonen. Zonder dit bewijs beginnen de OVIR-ambtenaren niet aan de behandeling van een aanvraag. De datum is die van woensdag 04/06… gisteren! Dus heeft hij pas gisteren onze aanvragen ingediend… en dus niet maandag, zoals hij had gezegd. Door zijn geklungel hebben we een kostbare 3 dagen verloren.

Nadat we onze GBAO-vergunning op zak hebben, wijzen we onze “reisagent” eventjes op een aantal ‘ongeloofwaardigheden’ in de verhaaltjes die hij op onze mouw spelde en vragen hiermee rekening te houden bij het afrekenen. Onze Khodurguy is enorm verbaasd dat we niet tevreden zijn met de geleverde diensten. Dat we niet in Europa zijn, is ons wel duidelijk, maar voor ‘Europese’ prijzen willen wij dan ook wel een “service” die aan de “Europese normen” voldoet… Maar dat krijgen we niet door zijn dikke hersenpan. Uiteindelijk stapt hij woedend in zijn wagen en wil helemaal geen geld meer… Waarschijnlijk heeft hij genoeg verdiend aan de vijf andere vergunningen die hij vandaag nog kwam ophalen… Dit was nu ook wel niet de afloop die we wilden, maar ja… Enig nadeel… de ‘reisagent’ komt uit het dorpje “Rushan” dat nog op onze weg ligt… en dat weet hij ook. We hopen dat hij ons onderweg geen verdere problemen bezorgt.

At 4.45 pm we take our chance at the OVIR office without our helpful travel agent and ask if our permits are ready. Due to a small linguistic misunderstanding the officer thinks that we want to submit an application and tells us that we can have it by the next day without any problem… and maybe his colleague can even fix it today for a “small fee”. Sure, why not, but just at that moment Khodurguy appears on the scene and says that he has already filed the applications and he’s here to collect them. While we are waiting, he finishes himself off by showing us the payment receipt from the bank. Without this receipt OVIR officers do not begin processing an application. The date is that of Wednesday 04/06… yesterday! So he only files our applications yesterday… and not on Monday, as he had told us. By his bungling we have lost three precious days.

After we have received our GBAO permits, we point out a few ‘incredibilities’ from his tales to our ‘travel agent’ and ask him to take these into account when making the bill. Khodurguy is very surprised that we are not satisfied with the services provided. That we are not in Europe, is clear to us, but for ‘European’ prices we expect a “service” that complies with “European standards”… But we don’t get that through his thick skull. Finally, he gets into his car furiously and doesn’t even want any money anymore… He probably earned enough money from the other five permits he came to collect today… This was not the way we wanted it to end, but well… Only disadvantage… the ‘travel agent’ originates from the village of “Rushan”, which is on our way… and he knows that too. We hope that he doesn’t give us any further troubles along the way.

We vertrekken nog dezelfde avond uit Doesjanbe. Hier hebben we het nu wel gehad. Via een nieuw aangelegde weg brengen we de auto naar Nurak. Na een rustige nacht stijgen we verder zuidwaarts de bergen in. Nog voor we de Shurabadpas over zijn, verslechtert de weg weer zienderogen. Geen problemen voor onze Nissan echter. Zonder moeite sturen we tot bij de controlepost om de autonome regio “Badakhstan” binnen te kunnen. De grenswachters willen ons eerst terugsturen. Sinds vandaag zou de regio opnieuw “off-limits” zijn. Na wat gepalaver en een paar telefoontjes worden we dan toch met een “goudentandenglimlach” doorgelaten. En gelukkig maar, want anders kwamen we in de problemen om het land uit te raken en Kirgizië, het volgende land op ons lijstje, binnen. Dit verhaaltje zal nu echter al lang genoeg worden. We leggen dat wel eens uit als we ooit terug zijn in België.

We hobbelen verder over de aardeweg, als we plots Afghanistan zien opduiken. De rivier “Panj” vormt hier tussen de rotsige bergen de grens tussen Tadjikistan en Afghanistan. In dit ruwe gebergte komen we voorbij verschillende kleine ‘bergoases’. Terwijl wij de Panj stroomopwaarts volgen, zien we op beide oevers kleine dorpjes, vaak waar een heldere bergbeek zich in de kolkende Panj stort. Het verschil tussen de huizen aan Tadjiekse en Afghaanse kant valt op, ook al staan ze slechts op een paar meter van mekaar, weliswaar gescheiden door een rivier.

We leave Dushanbe still the same evening. We’ve had it here. Via a newly built road we take the car to Nurak. After a quiet night we head further south into the mountains. Even before we have past the Shurabad pass, the road deteriorates visibly. No problems for our Nissan, though. Without difficulty we steer to the checkpoint to enter the autonomous region of “Badakhstan”. The border guards want to send us back. Since today, the region is “off limits” again. After some palavering and some phone calls we are let through, accompanied by a ‘golden teeth smile”. Luckily, because otherwise we might get into trouble getting out of the country and into Kyrgyzstan, the next country on our list. This story will be long enough as it is, so we’ll explain this once we’re back in Belgium, whenever that may be.

We jolt further along the dirt road, when suddenly we see Afghanistan appear. The river “Panj” makes up the border here amongst the rocky mountains between Tajikistan and Afghanistan. In the rough mountains we pass several small ‘mountain oases’. While we are following the Panj upstream, we see small villages on both river banks, often where a clear mountain creek plunges into the whirling Panj. The difference between the houses on the Tajik and Afghan side is notable, even if they are only a few metres apart, separated by a river, though.

Onderweg naar Khorogh / Along the way to Khorogh

Onderweg naar Khorogh / Along the way to Khorogh

Onderweg naar Khorogh / Along the way to Khorogh

Onderweg naar Khorogh / Along the way to Khorogh

Onderweg naar Khorogh: links Tadjikistan, rechts Afghanistan / Along the way to Khorogh: Tajikistan on the left, Afghanistan on the right

Onderweg naar Khorogh: links Tadjikistan, rechts Afghanistan / Along the way to Khorogh: Tajikistan on the left, Afghanistan on the right

Nadat we de dag zonnig waren begonnen, trekt de hemel ’s avonds dicht en worde de hemelsluizen opengezet, begeleid door de nodige donderroffels en bliksemschichten. We rijden net door het dorpje Dorbak en besluiten ons aan de kant te zetten voor de nacht. We vragen even of het OK is aan een man die iets verder nog de regen trotseert. Geen probleem toch!

We hebben nog maar net ons aperitiefglas gevuld als er op de deur wordt geklopt. Dezelfde man van daarnet nodigt ons bij hem thuis uit voor het avondmaal. We willen hem vriendelijk bedanken voor het aanbod, maar hij aanvaardt geen ‘nee’. We worden nog maar es heel vriendelijk ontvangen en ook al spreken we elkaars taal niet, we hebben een gezellige avond en bij vertrek zegt hij ons dat we ’s morgens voor het ontbijt worden verwacht. We proberen dit zelfs niet meer af te wijzen. Voor we afscheid nemen van de familie, nemen we nog een paar foto’s (waarbij de nodige schmink en verplichte poses aan te pas komen) die we als geschenk afprinten. Zo kunnen we toch iets terug doen voor hun gastvrijheid.

After we had started the day sunnily, the sky clouds over in the evening and the heavens open (again), accompanied by rolling thunder and bolts of lightning. We are just passing through the village of Dorbak and decide to pull aside for the night. We ask if that’s OK to a man who is still facing the rain. No worries!

We have only poured out an aperitif when there is a knock on the door. The same man from before invites us into his home for dinner. We want to thank him friendlily for the offer, but he doesn’t take ‘no’ for an answer. Again we are welcomed very warmly and even though, we don’t speak each other’s language, we spend a nice evening with the family and upon leaving, the man tells us that we are expected for breakfast the next morning. We don’t even try to reject. Before we say goodbye to the family, we take a few pictures (which ask for the necessary make-up and poses) that we print as a gift. That way we can slightly make up for their hospitality.

Onderweg naar Khorogh: Dorbak / Along the way to Khorogh : Dorbak

Onderweg naar Khorogh: Dorbak / Along the way to Khorogh : Dorbak

Onderweg naar Khorogh: Dorbak / Along the way to Khorogh : Dorbak

Onderweg naar Khorogh: Dorbak / Along the way to Khorogh : Dorbak

De felle regen van vorige nacht heeft de nodige schade aangericht. Na een uurtje rijden staan we weer stil. Verschillende ‘modder- en steenlawines’ versperren de weg. De drie bulldozers, waarvan je zou verwachten dat ze de weg in een wip weer vrijmaken, duwen wat modder en stenen aan de kant en gaan er even snel als ze gekomen zijn weer vandoor. De weg is allesbehalve vrijgemaakt. Het harde werk wordt aan de verschillende gestrande vrachtwagenchauffeurs overgelaten. Zij lijken dit wel gewend te zijn en wroeten tot ook wij de zwaargehavende weg over kunnen. We verliezen hier een uur of vier en zullen ook vandaag het stadje Khorog niet meer bereiken. Dat gebeurt wel op dag 3 (zondag 8 juni), nadat we de hele tijd tegen de Afghaanse grens hebben aangeschurkt en nadat we bij het voorbijrijden in Rushan werden toegezwaaid door reisagent Khodurguy. Ergens onderweg is hij ons dus voorbijgereden (of heeft de kortere, maar veel slechtere weg genomen), maar hij bezorgde ons verder geen last meer. Khorogh is de plaats waar zich de problemen voordeden waardoor de “Pamir” gesloten was. In deze gevoelige regio hebben agenten op klaarlichte dag in de stad op een wagen met een aantal jongeren geschoten, waardoor de spanning weer te snijden was. Als wij er aankomen, voelen of zien we hier niets meer van.

The fierce rain from last night has caused damage. After an hour’s drive we come to a standstill again. Several ‘mud and stone landslides’ are blocking the way. The three bulldozers, from which you’d think they free the way again in a jiffy, push some mud and stones to the side and leave as quickly as they have appeared. The road is not cleared at all. The hard work is left to the several stranded truck drivers. They seem to be used to this and slog away until we can pass the badly battered road. We lose some four hours here and will not make it to the city of Khorogh today either. That happens on day 3 (Sunday 8th June), after we have rubbed against the Afghan border the whole time and after we were waved at by travel agent Khodurguy at Rushan. Somewhere along the way he must have passed us (or has taken the shorter, but much worse road), but he didn’t bring us any further trouble. Khorogh is the town where the recent troubles happened, causing the Pamir to be closed. In this sensitive region police officers shot at a car with few youngsters in broad daylight, which caused quite a stir again. When we arrive, we don’t feel or see any of this anymore.

Onderweg naar Khorogh : tja / Along the way to Khorogh : well yeah

Onderweg naar Khorogh : tja / Along the way to Khorogh : well yeah

Onderweg naar Khorogh : tja / Along the way to Khorogh : well yeah

Onderweg naar Khorogh : tja / Along the way to Khorogh : well yeah

Onderweg naar Khorogh : tja / Along the way to Khorogh : well yeah

Onderweg naar Khorogh : tja / Along the way to Khorogh : well yeah

Vanuit Khorogh kun je op 2 manieren naar het oostelijke dorpje Murgab (aan de andere kant van het Pamirplateau): Ofwel neem je de directe weg via de Pamir Highway, ofwel maak je een ommetje van een paar honderd kilometer via de bijna-verlaten Wakhanvallei en kom je halverwege op de Pamir Highway uit.

Wij denken eraan om een rondje te maken in de Wakhanvallei zonder ons huisje, om de auto even wat relatieve rust te gunnen. De vriendelijke eigenaars van de Pamir Lodge in Khorogh zagen zelfs takken van hun bomen, zodat we ons goed kunnen parkeren en ons huis er kunnen achterlaten. Na een bezoekje aan het informatiecentrum op maandag wordt echter anders beslist. De slechtste wegen zouden we achter de rug hebben en in de Wakhanvallei zouden betere wegen (of toch die ene hoofdweg) liggen dan het eerste stuk Pamir Highway. Het zou dus dom zijn om eerst een rondje van een paar honderd kilometer te rijden op “goeie wegen” zonder ons comfortabele nest om het dan weer 130 km het sukkelstraatje op te sturen. Bovendien ligt er nog te veel (smeltende) sneeuw in de Shokh Dara-vallei na het late begin van de zomer.We besluiten met cabine en al door de Wakhanvallei te trekken en niet meer naar Khorogh terug te keren.

De vriendelijke dame van het toeristische infocentrum had gelijk. De wegen zijn relatief goed. We rijden voortdurend schouder aan schouder met de Afghaanse grens terwijl we steeds hoger klimmen. We gaan vlot boven de 3.000 meter en komen zelfs dicht in de buurt met Pakistan. Enkel de rivier en een ‘rijtje bergen’in Afghanistan scheiden ons. We kunnen deze twee ‘Stan-landen’ dan wel niet aan ons palmares toevoegen, maar we hebben ze wel al mogen zien of bijna ruiken.

Op een paar herders, schapen, geiten en ezels na lijkt deze barre, adembenemende streek door mens en dier verlaten. Heel af en toe komen we voorbij een paar huisjes (“dorpjes”) omringd door hoge wilgen waar de paar inwoners langs de weg hurken… wachtend op Godot. Mochten we hier volgend jaar opnieuw voorbij rijden, heeft Godot waarschijnlijk nog niets van zich laten horen en zitten dezelfde mensen nog steeds gehurkt langs diezelfde eenzame weg. Dit zijn zo van die plaatsen waar je problemen wilt voorkomen, zowel fysiek (boven de 2.500 meter verhoogt het risico op hoogteziekte), als mechanisch (wie kan je hier in godsnaam helpen?).

From Khorogh you have to options to reach the eastern village of Murgab (at the other side of the Pamir plateau): you can take the direct way via the Pamir Highway or you make a detour of a few hundred kilometres via the almost deserted Wakhan valley en you join the Pamir Highway around halfway.

We are thinking about a detour in the Wakhan valley without our house, to give the car some relative rest. The friendly owners of the Pamir Lodge in Khorogh even saw off branches of their trees, so we can easily park and leave our home behind. After visiting the tourist information centre on Monday, we decide otherwise, though. The worst roads are behind us and the roads in the Wakhan valley (at least the one main road) is said to be better than the first part of the Pamir Highway. So it would be stupid to make a circle of a few hundred kms on “good roads” without our comfortable nest, to bring it in dire straits again for 130 kms. We decide to travel through the Wakhan valley with the cabin and not to come back to Khorogh.

The nice lady from the tourist information centre was right. The roads are relatively good. We constantly drive shoulder to shoulder with the Afghan border, while we are climbing higher and higher. We easily pass 3,000 metres and even get close to Pakistan. Only the river and a ‘row of mountains’ in Afghanistan separate us. Although we cannot add these two “Stan countries” to our records of achievements, but we could already see or almost smell them.

For a few shepherds, sheep, goats and donkeys, this barren, breathtaking region seems to be abandoned by man and animal. Only every now and then we come passed a few houses (“villages”) surrounded by high willows where a few inhabitants squat alongside the road… waiting for Godot. Should we return here next year, Godot will probably not have passed and the same people will most likely still be squatting along the same lonely road. These are the kind of places where you want to avoid problems, physically (above 2,500 metres the risk for altitude sickness rises) as well as mechanically (who the hell can help you here?)

Onderweg naar Khorogh : Links Tadjikistan, rechts Afghanistan / Along the way to Khorogh: Tajikistan on the left, Afghanistan on the right

Onderweg naar Khorogh : Links Tadjikistan, rechts Afghanistan / Along the way to Khorogh: Tajikistan on the left, Afghanistan on the right

Onderweg naar Khorogh : Links Tadjikistan, rechts Afghanistan / Along the way to Khorogh: Tajikistan on the left, Afghanistan on the right

Onderweg naar Khorogh : Links Tadjikistan, rechts Afghanistan / Along the way to Khorogh: Tajikistan on the left, Afghanistan on the right

Onderweg naar Khorogh : zandstorm in de bergen / Along the way to Khorogh: sand storm in the mountains

Onderweg naar Khorogh : zandstorm in de bergen / Along the way to Khorogh: sand storm in the mountains

Onderweg naar Khorogh : dorpje / Along the way to Khorogh: small village

Onderweg naar Khorogh : dorpje / Along the way to Khorogh: small village

De warmwaterbronnen van Bibi Fatima, uiteraard gescheiden voor mannnen en vrouwen, leveren natuurlijk warm water en doen enorm deugd! In deze streek is er veel geothermische activiteit, aardbevingen, warmwaterbronnen, geisers, vulkaangebergte, …

In het dorpje Zong overnachten we naast een een bidplaats voor Ismaïlisten (tak van de islam). Die zijn duidelijk herkenbaar aan de steenbokhoorns. ’s Ochtends trekken we onze stappertjes nog eens aan en beginnen aan de stevige klim naar de ruïnes van Abrashim Qala, een fort van waarop de zijderoute werd bewaakt. Hier, boven de 3.000 meter, voelen we wel dat een inspanning zwaarder doorweegt. Rustig aandoen wordt dus de boodschap met het oog op het vermijden van hoogteziekte.

Aan de voet van de ruïnes zien we een klein typisch “Wakhan” huis. Tot onze grote verbazing worden we door 2 dochters (?) uitgenodigd op de thee. In het huis krijgen we de ereplaatsen aangeboden. En vanzelfsprekend blijft het niet enkel bij thee. We krijgen koud en warm schapenvlees voorgeschoteld, alsook versgebakken brood dat ze net voor onze ogen uit de oven hebben gehaald. Ook hier kunnen we de mensen bedanken met een paar foto’s.

Een tussenstop in Langar en een duivelse klim van een uur (tot zover ‘rustig aan doen’) brengen ons buiten adem tot bij oude petroglyfen.

The Bibi Fatima hot springs, obviously separated for men and wowen, provide naturally warm water and do our bodies some good. There is a lot of geothermal activity in this area, earthquakes, hot springs, geysers, volcanoes…

In the village of Zong we spend the night next to a prayer place for Ismaili (branch of islam). These can easily be recognized by the ibex horns. In the morning we put on our hiking shoes and start a strenuous climb to the ruins of Abrashim Qala, a fortress that used to guard the silk road. Here, above 3,000 metres, we feel that it takes more effort. We will need to adapt and take it slow in order to avoid altitude sickness.

At the base of the ruins we see a typical “Wakhan” house. Much to our surprise we are invited for tea by two daughters (?). In the house we get the places of honour to sit down. And naturally, it’s not only tea that we are getting. We are served cold and warm mutton, as well as freshly baked bread that they just took out of the oven in front of our eyes. Here as well, we can thank the generous people with a few pictures.

A stopover at Langar and a devilish climb of an hour (well, that’s our “taking it easy”) bring us out of breath to old petroglyphs.

Onderweg naar Khorogh : Ismaïlistische bidplaats / Along the way to Khorogh: Ismaili prayer place

Onderweg naar Khorogh : Ismaïlistische bidplaats / Along the way to Khorogh: Ismaili prayer place

Onderweg naar Khorogh / Along the way to Khorogh

Onderweg naar Khorogh / Along the way to Khorogh

Onderweg naar Khorogh : Wakhan-zusters / Along the way to Khorogh: Wakhan sisters

Onderweg naar Khorogh : Wakhan-zusters / Along the way to Khorogh: Wakhan sisters

De haarspeldbochten en de steile klim net buiten Langar eisen hun tol. Met veel moeite slagen we er toch in de vele hoogtemeters te overwinnen en het dorpje achter ons te laten. Een paar uur verder (zo’n 60 km) willen we beginnen uitkijken naar een slaapplaats. Maar eerst krijgen we nog maar eens een stevige klim over zand en grind onder de wielen. En hier houdt onze Nissan het voor bekeken net voor we de top bereiken. We staan midden op de steile helling en komen niet meer vooruit.

We hebben de hele dag onderweg bijna niemand gezien en mogen ons dan ook heel gelukkig prijzen dat er uit beide richtingen op dat moment iemand aankomt. Het Russische truckje dat in dezelfde richting rijdt, slaagt erin ons tot boven te slepen. De vriendelijke toergidsen die ons tegemoet reden in de Toyota RAV nodigen ons uit om met hen mee te gaan en hulp te zoeken voor ons karretje. En zo staan we 6 uur later (geheel onverwacht) terug in Langar. Via gids Ali regelt de gastheer van “Homestay Vodgor” een garagist die morgen onze auto zal checken en hopelijk repareren.

De volgende dag ploeteren we in een oude UAZ-jeep naar onze wagen. Onderweg zinkt de moed ons lichtjes in de schoenen, als ook dit vehikel zich aan de kant moet zetten. Gelukkig zijn we met twee specialisten onderweg. De reden zou de slechte benzine zijn, die ze met emmers in de tank hebben gegoten en waarvoor wij diep in onze zakken hebben mogen tasten. Na wat prutswerk aan de motor raken we weer op weg en na bijna twee uur hobbelen zijn we blij dat we ons huisje onbeschadigd zien staan.

The hairpin bends and steep climb just outside of Langar are taking their toll. With a lot of effort we manage to overcome the many metres up and leave the village behind. After a few hours (about 60 kms) we want to start looking for a place to sleep. But first we need to pass a hefty sand and gravel climb. And here our Nissan has had enough of it just before we reach the top. We are in the middle of a steep climb and don’t get forward anymore.

We almost haven’t seen anybody the whole day, so we pray ourselves very lucky that someone is passing by from both directions. The small old Russian truck, driving in the same direction, succeeds in towing us uphill. The friendly tourguides who were coming towards us in a Toyota RAV4 invite us to join them and seek help for our car. And so we (completely unexpected) end up at Langar again 6 hours later. Through guide Ali the host of “Homestay Vodgor” arranges a car mechanic who will check and hopefully repair our jeep tomorrow.

The next day we plod in an old UAZ jeep to our car. Along the way our hearts sink into our boots when this vehicle has to pull aside. Luckily, we are with two specialists. The reason appears to be the bad petrol, which they poured into the tank with buckets and for which we had to reach deep into our pockets. After some messing about at the engine we hit the road again and some two hours later we are glad to see our house undamaged.

Na onze autopech: UAZ-jeep aan de kant / After our car troubles: UAZ jeep on the roadside

Na onze autopech: UAZ-jeep aan de kant / After our car troubles: UAZ jeep on the roadside

Na een snelle blik onder de wagen en een “geurinspectie” laat onze mecanicien weten dat onze koppeling naar de vaantjes is. Die kan hij hier niet herstellen, maar ze zullen ons terugslepen naar Langar om die te vervangen. Als we voldoende bankbiljetten bovenhalen, zal dat in geen tijd gefikst zijn.

Zoals we al vreesden, blijkt de gammele UAZ-jeep helaas niet in staat om ons “monster” er ver te brengen. Dus gaan we voor de ‘noodoplossing’. Een vriend van een van de garagisten woont hier in de godverlaten gat, maar is ook “avtomaster” (=specialist). We demonteren ons huis en plaatsen het aan de kant van de weg, met enkel de rivier die ons van Afghanistan scheidt. Onze Nissan wordt een paar kilometer verder getrokken om te worden gerepareerd. Het is intussen al late namiddag, maar de herder-technicus werpt zich onmiddellijk onder de auto en gaat aan de slag.

Wij gaan ondertussen een rustige nacht tegemoet in de 3.700 meter hoge Wakhanvallei. Althans dat is ons plan, tot er plots een soldaat in vol ornaat voor onze deur staat. Zijn Engels is even goed als mijn Russisch en dus verloopt de conversatie wat stroef. Maar het is duidelijk dat hij ons hier liever niet ziet. De enige woorden die we begrijpen tussen zijn wijdse gebaren zijn “Afghanistan” en “graniti” en die laatste term klinkt toch wat verontrustend. Hij wijst daabij naar Afghanistan en het gebergte. De rest van het avondmaal wordt smaakloos verorberd. Gelukkig komt nog een jeep voorbij op deze anders eenzame weg. 1 persoon spreekt wat Engels en legt uit dat ‘graniti’ “grens” betekent… en dus niet “granaat”of “onweer” zoals wij vermoedden. We staan hier volgens hem wel veilig. Hij gaat de militairen van de controlepost in Khargush 10 km verderop onze situatie uitleggen. Zo zijn we toch wat gerustgesteld en gaan we een ijskoude nacht in.

After a quick glance under the car and a “smell examination” our mechanic says the clutch is through. He can’t repair that here, but they’ll tow us back to Langar to replace it. If we come up with enough banknotes, it will be fixed in no time.

As we already feared, the ramshackle UAZ jeep is not able to tow our “monster” very far. So we go for the “make-shift solution”. A friend of our mechanics lives in this godforsaken place, but he is also an “avtomaster” (= specialist). We take down our house and put it at the side of the road, with only a river separating us from Afghanistan. Our Nissan is towed a few kilometres further to be repaired. In the meantime it’s late afternoon, but the shepherd-technician throws himself immediately under the car and gets to it.

In the meantime we are heading for a quiet night in the Wakhan valley at an altitude of 3,700 metres. At least, that is our plan, until a soldier in full regalia stands in front of our door. His English is as good as my Russian, so the conversation does not go so well. But it’s clear that he’d rather not see us standing here. The only words we do understand amongst his wide gestures are “Afghanistan” and “graniti” and that last term sounds a bit worrying. He’s pointing at Afghanistan and the mountains. We consume the rest of our dinner tastelessly. Luckily there is another jeep passing by on the otherwise lonely road. One person speaks a bit of English and he explains that “graniti” means “border”… and not “grenade” or “thunderstorm” as we thought. According to him, it is safe here. He is going to inform the military at the checkpost of Kharghus 10 kms further down the road about our situation. That way, we feel a bit more at ease and head into the icecold night.

Zonder woorden / without words

Zonder woorden / without words

’s Anderendaags gaan we tijdens onze ochtenwandeling even onze herder-mecanicien groeten. Hij wordt inmiddels bijgestaan door een vriend. De bijna vlakke tocht van 4 km jaagt onze hartslag naar ongekende hoogte en snijdt ons de adem af. Hier vergeet je niet dat je op grote hoogte zit. De mannen zijn ferm aan het sleutelen en we begrijpen (we spreken opnieuw elkaars taal niet…) dat ze waarschijnlijk in de namiddag klaar zullen zijn. Gelukkig hadden we een tweedehandskoppeling bij en moest er dus geen materiaal meer worden “besteld”. Dat zou ons dagen hebben gekost.

Na ons vieruurtje trekken we hoopvol naar onze wagen. Van ver zien we dat hij verplaatst is, dus vermoeden we dat we straks weer fluitend achter het stuur kunnen kruipen.

De herders-garagisten maken echter duidelijk dat er nog een probleempje is, maar omdat ze de juiste sleutels niet hebben, kunnen ze het niet repareren en de auto rijdt nog niet (of niet meer, want hij is toch verplaatst?) De voorgestelde ruil van ons huis met de oude Russische UAZ-jeep zien we niet zo direct zitten. We houden de enige voorbijkomende jeep staande, maar deze vriendelijke gasten hebben ook niet het nodige materiaal bij. Ze helpen ons wel om de auto tot bij ons huisje te brengen en alles vertrekkensklaar te maken, want er is beslist dat ze onze auto naar Murgab zullen slepen. Murgab ligt 170 km en 2 hoge bergpassen verder en daar zou zich een “echte” garagist bevinden. De herder-afzetter wil hiervoor 1.000 dollar (750 euro). Na wat onderhandelen gaat hij uiteindelijk akkoord met een vergoeding van 800 dollar (600 euro); waarschijnlijk twee jaarlonen voor deze ziel.

Na 5 km zien we onze hoop opnieuw in rook opgaan, als duidelijk wordt dat ook dit oude Russische fabrikaat ons bakje het bergje niet omhoog krijgt; bijna op dezelfde plaats als waar onze koppeling de geest gaf.

The next day we go and greet our shepherd-mechanic during our morning walk. In the meantime a friend is assisting him. The almost flat 4 kms gets our hearts pumping at raging speed. You do not forget the altitude here. The men are working hard and we understand (again we don’t speak each other’s language…) that they will probably finish in the afternoon. Luckily, we had brought a second-hand clutch with us. That way, no material had to be “ordered”. That would have costs us days.

After 4 pm we optimistically head towards the car again. From a distance, we can see it has been moved, so we suspect that we will be behind the wheel in no time.

The shepherds-mechanics point out, though, that there is still a problem, but that they don’t have the right keys, so they cannot repair it and the car is still not driving (or not anymore, because it has been moved, hasn’t it?). We are not really in for the proposed swap between our home and the old Russian UAZ jeep. We stop the only passing jeep, but the nice guys do not carry the necessary material either. They do help us to bring our car to our house and to make everything ready to leave, because it has been decided that they will tow our car to Murgab. Murgab is 170 km and 2 high mountain passes further down the road and apparently, there are “real” car mechanics there. The shepherd-swindler wants 1,000 dollars (750 euros) for the towing. After some negotiating, he eventually agrees with 800 dollars (600 euros), probably two year’s salaries for this soul.

After 5 km we see our hopes vanish into thin air once more, when it becomes clear that also this old Russian make is not able to pull our unit up the hill, almost at the same spot where our clutch broke down.

In onze wanhopige zoektocht naar een oplossing denken we eraan om ons huisje achter te laten en enkel de auto naar Murgab te laten slepen. Het is bijna hartverscheurend, maar binnen 5 dagen verloopt ons visum en moeten we er dus voor zorgen dat we het land uit zijn.

Het is inmiddels 9 uur ’s avonds, donker en koud en we worden opnieuw bergafwaarts gesleept naar waar we 2 uur eerder waren vetrokken. Omdat we toch alles willen proberen om met auto én huis verder te reizen, stellen we onze herder voor om morgen in alle vroegte met zijn jeep naar Murgab te rijden, daar het nodige materiaal te kopen voor de herstelling en ’s anderendaags de auto opnieuw rijklaar te maken. Hij gaat akkoord met ons plan en we spreken af dat we om 5 uur zullen vertrekken.

Na een kort nachtje met weinig slaap komt onze herdervriend niet opdagen. Rond 5u30 gaat de vader van de andere “herder-garagist” met zijn schapen op stap. Hij legt uit dat onze sleepdienst-herder 2 uur verderop woont… te voet de bergen in en hij weet niet wanneer hij hier zal zijn… als hij al komt. Na nog een uur tandenknarsen trekken we aan de alarmbel en hopen dat onze satelliettelefoon zijn investering waard zal blijken. We proberen Miskola te bellen (een reisagente die ons samen met Ali naar Langar terugbracht). Groot is onze opluchting, als we haar stem horen aan de andere kant van de “satelliet”. Ze begrijpt dat we hier dringend weg moeten (zie “visa verloopt”) en willen (zie: “geen hulp meer”). Ze zal zien of ze iemand vanuit Murgab kan sturen. Na een half uurtje nagelbijten geeft ze ons de contactgegevens van Sahid Ali door. De man uit Murgab zal ons een sleepwagen sturen, die ons naar Murgab zal brengen en hij bevestigt dat daar de nodige mankracht, kennis en materiaal aanwezig is om onze vierwieler te herstellen. Intussen komt onze herder rond 8 uur opdagen, net als ik aan het bellen ben (tot zijn grote verbazing, want met gewone gsm heb je hier geen bereik). Hij zou nu toch het nodige materiaal thuis hebben liggen… twee uur verder de bergen in. Hij wil er nog snel om en zelf de herstelling uitvoeren… Tja, we zijn nu misschien wel wat goedgelovig, maar deze man mag zich weer gaan bezig houden met zijn schapen…

Bijna onbeschrijflijk is onze vreugde als om 3u in de namiddag de sleepdienst arriveert. We haken ons vast aan de oude Sovjettruck en vertrekken richting Murgab, richting herstel. De overjarige legertuck sleept ons tergend langzaam, maar resoluut over het “probleembergje”, waar we gisteren meer achteruit dan vooruit gingen.

In our desperate search for a solution we are thinking about leaving our house behind and have the car towed to Murgab. It’s an almost heartbreaking decision, but 5 days our visas are expiring, so we need to be out of the country.

In the meantime it’s 9 pm, dark and cold and we are towed back downhill to the spot where we left two hours ago. While we still want to try to travel on with car and house, we propose to our shepherd to drive with his jeep to Murgab tomorrow early in the morning to fetch the necessary equipment for the repair and fix the car the next day. He agrees with our plan and we settle to leave at 5 am.

After a short night with only little sleep our shepherd friend does not show up. Around 5.30h the father of the other “shepherd-mechanic” goes for a walk with his sheep. He explains that our ‘towing service shepherd’ lives two hours away from here… on foot in the mountains and he doesn’t know when he will be here… if he comes at all. After one more hour of grinding our teeth we sound the alarm and hope that our satellite telephone will prove worth its investment. We try and call Miskola (a travel agent who brought us back to Langar, together with Ali). Great is our relieve when we hear her voice on the other side of the “satellite”. She understands that we need (i.e. visas expiring) and want (i.e. no more help) to leave here urgently. She’ll see what she can do. After half an hour of biting our nails she gives us the contact details of Sahid Ali. That man from Murgab will send us a tow truck, which will take us to Murgab and he confirms that in Murgab there are the right men, knowledge and equipment to repair our car. Meanwhile, around 8 o’clock, our shepherd shows his face, just when I’m making the phone call (much to his surprise, because there is no connection here with a normal cell phone). Now, he’s claiming he has the right equipment at home… two hours up the mountains. He can quickly fetch it and do the repairing himself… Well, we might be credulous, but as far as we are concerned this man can go and take care of his sheep again…

Our joy is almost beyond words when the towing service arrives at 3 pm. We hook ourselves to the old soviet truck and leave for Murgab, destination repair. The aging army truck is towing us agonizingly slowly, but steadily over our “problem hill”, where yesterday we were moving more backward than forward.

Eerste sleepdienst / First towing service

Eerste sleepdienst / First towing service



Nu raken we ervan overtuigd dat we Murgab zullen halen en alles goed komt. Ook al moeten we ook nu weer de nodige dollars op tafel leggen. Onze vreugde wordt echter gekelderd als we net over het klimmetje aan de kant gaan. De motor van het sovjetvehikel heeft het er warm van gekregen… na 5 km… nog 165 te gaan… Maar onze slepers lijken niet verontrust. Gewoon even laten afkoelen, wat koelwater bijvullen… niets om je zorgen over te maken. Maar wij, “westerlingen”, stellen ons toch wel vragen bij het afleggen van slechts 12 km in 2 uur. Nadat we de controlepost van Khargush voorbij zijn, loopt het ietsje vlotter. Terwijl we Afghanistan en ex-Taliban-gebied in onze achteruitkijkspiegel zien verdwijnen, kruipen we in het zog van de GAZ-truck de Khargushpas (4.344 m) over. Na 9,5 uur en 80 km bereiken we rond 1 uur ’s nachts het plaatjs Alishur, de thuisbasis van onze begeleiders. Hier gaan we overnachten en morgen leggen we de resterende afstand tot Murgab af.

Now we are getting convinced that we will make it to Murgab and everything will turn out fine. Even if we need to dish up the necessary dollars. Our joy is smashed when we pull to the side just over the hill. The engine of the soviet vehicle is running hot… after 5 kms… still 165 to go… But our towing men don’t seem to be concerned. Just let it cool down a bit, fill up some cooling water… Nothing to worry about. But we, ‘westerners’, are a bit disturbed about only covering 12 kms in 2 hours. After we have passed the military checkpoint at Khargush, things get better. While leaving Afghanistan and ex-Taliban area behind, we crawl up the Khargush pass (4,344 metres) in the wake of the GAZ truck. 9.5 hours and 80 kms later we arrive at the village of Alishur, home to our escort men, at 1 o’clock in the morning. We will stay here for the night and cover the remaining distance to Murgab tomorrow.

Alishur

Alishur

’s Morgens ontmoeten we Imogen en Emma. De twee Engelse meiden zijn hier vorige nacht ook met autopech gestrand. Zij blijken nog minder tijd te hebben dan wij en moeten de drastische beslissing nemen om hun Fiat Punto achter te laten. Nu is hun doel vooral weer zich bij hun vrienden te voegen, die al verder zijn getrokken. Zij nemen plaats achter in de GAZ-truck en om 11u beginnen we aan onze tweede ‘sleepetappe’. De zware rit van gisteren heeft de oude sovjetlegertruck blijkbaar genekt en na 10 km bergop geeft de chauffeur aan dat hij niet meer verder kan.

We zitten inmiddels op de Pamir Highway. Dit is niet echt wat je noemt een autosnelweg, maar veeleer een ‘hoge weg’ op het Pamirplateau, waarbij je voortdurend boven de 3.500 meter rijdt. Er wordt een voorbijrijdende Tadjiekse truck tegengehouden (Bij de Chinese wordt zelfs geen moeite gedaan. Tadjieken en Chinezen zijn dan ook niet de beste vriendjes.) en we worden er als tweede aanhangwagen aan vastgebonden. Terwijl de truck ons vlot over de Naizatashpas (4137 m) sleept en ons zonder verpinken naar Murgab brengt, proberen wij toch nog wat van de rit en het verbluffende landschap te genieten… De redding is nabij…

In the morning we meet Imogen and Emma. The two English girls have stranded here as well last night. Their car has broken down. They even have less time than we do and have to make the drastic decision to leave their Fiat Punto behind. Their goal now is to join their friends, who have already continued. They take a seat in the back of the GAZ truck and at 11 o’clock we start our second ‘towing stage’. Yesterday’s heavy drive apparently has finished off the old soviet army truck and after 10 kms uphill the driver indicates that he cannot go any further.

Meanwhile we have reached the Pamir Highway. This, however, is not what you call a motorway, but rather a “high way” on the Pamir plateau, keeping you constantly above 3,500 metres. A passing Tajik truck is waved down (They don’t even try to wave down a Chinese one. The Tajik and Chinese are not the best of friends) and we are hooked to the truck as a second trailer. While the truck is towing us smoothly over the Naizatash pass( 4,137 m) and is taking us fluently to Murgab we somewhat try and enjoy the ride and the magnificent landscape… We are almost rescued…

Groot overleg: 't gaat niet meer / Big discussion: it ends here

Groot overleg: ‘t gaat niet meer / Big discussion: it ends here

Tweede sleepdienst / second towing service

Tweede sleepdienst / second towing service

In Murgab staat Sahid Ali ons al op te wachten als we er in de late namiddag aankomen. Breedlachend en met weidse gebaren komt hij op ons af. Vreemd genoeg is zijn eerste vraag niet hoe het met ons (of met de auto) is, maar ‘of we dan eerst de afgesproken 700 dollar voor het sleepwerk kunnen betalen. Daarna kunnen we over de herstelling praten…’

Nee, dat kunnen we niet. Daarvoor moeten we eerst naar de bank. Maar geen paniek, we hebben niet de intentie om ervandoor te gaan. Dat wordt ook moeilijk… onze auto doet het niet.

In het dorp is er geen echte garage of herstelplaats, maar Sahid Ali kent wel de nodige mensen die van wanten weten en auto’s kunnen repareren. Tijdens dit gesprek valt het woord ‘bank’ en de vraag naar betaling morgenvroeg nog meermaals. Intussen is ons duidelijk geworden dat de baas van het reisagentschap “Pamir Guides” in Murgab een soort ‘peetvader is. Iedereen komt hem groeten, handjes schudden, praatje maken… praatjes… ja, daar is hij wel goed in.

At Murgab Sahid Ali is already waiting for us when we arrive late afternoon. Broadly smiling and with pompous gestures he’s coming towards us. Strangely enough, his first question is not how we (or our car) is doing, but if “we can first pay the agreed 700 dollars for the towing. Then we can talk about the repairing…”

No, we cannot. We first need to go to the bank. But don’t panic, we do not intend to steal away. That might be hard as well… our car does not work.

In the village there is no real service station or repair shop, but Sahid Ali knows the right people who know the ropes and can fix cars. During this talk the word ‘bank’ and the question for payment early tomorrow morning pop up several times. Meanwhile it has become clear to us that the boss of the travel agency “Pamir Guides” is kind of a godfather in Murgab. Everybody comes up to greet him, shake hands, make small talk… talks… yes, that he’s good at.

Op maandag 16 juni (2 dagen voor het verstrijken van onze visums) gaan zijn mecaniciens ’s morgens om 8 uur aan de slag. Ze maken ons duidelijk dat de ‘herders-autotechnici’ niets aan de auto hebben gedaan. De bouten zijn zelfs onaangeroerd. Het hoge aantal dollars dat ze hadden gevraagd, maakte hen waarschijnlijk moe en de auto bood een mooi schaduwrijk slaapplaats onder een loden middagzon.

Maar onze zorgen zijn voorbij… Hier weten ze wat er moet gebeuren en hoe. Ze zullen die koppeling vervangen en wel zo snel mogelijk. Een prijs kunnen ze er echter nog niet op kleven. Daarvoor moeten we bij Sahid Ali zijn. Na een uurtje komt de peetvader opdagen om ons naar de bank te begeleiden. Terwijl hij “enkel als vertaler” optreedt, vraagt zijn “hoofdmecanicien” 500 dollar (375 euro) om de koppeling te vervangen. Dat lijkt ons (alweer) een immens bedrag voor enkel man-uren (geen materiaal!) in een zeer arm land, maar ook zij weten dat we in tijdnood zitten en dus in een zwakke positie om zwaar te onderhandelen. We kunnen nog 100 dollar (75 euro) van het bedrag af krijgen en zullen hiermee alweer een Tadjieks jaarloon uitbetalen. (Een kleine berekening van het benzineverbruik bij het slepen heeft ons inmiddels geleerd dat Mr Pamir Guide een goeie 300 dollar overhoudt aan het touwtjetrek, maar dat is zeker zijn commissie niet, want hijzelf wil geen cent voor de geboden hulp. Dat is niet zijn stijl. Hij kan ons wel niet zeggen waar het geld dan wel naartoe gaat…Alvast niet naar de chauffeur, die er amper 70 dollar voor kreeg!)

On Monday 16th June (2 days before our visas expire) his car mechanics get to work 8 o’clock in the morning. They make it clear that our “shepherd-car technicians” haven’t done anything to our car. The bolts are even untouched. The high amount of dollars they were asking probably made them tired and the car offered a nice shady sleeping spot under the blistering sun.

But our worries are over… Here they know what needs to be done and how. They will replace that clutch and do it as quickly as possible. They can’t quote a price, though. We have to wait for Sahid Ali for that. An hour later the godfather shows up to accompany us to the bank. While he’s “only acting as translator” his “head mechanic” asks 500 dollars (375 euros) to replace the clutch. This (again) seems like a huge amount to us to pay for working hours (no spare parts!) in this very poor country, but they also know that we are pressed for time and so in a bad position to negotiate. We can reduce the bill by 100 dollars (75 euros) and will again pay a Tajik year’s salary. (A small calculation of fuel consumption has learnt us that Mr Pamir Guide makes a profit of more than 300 dollars for the towing, but that is not his commission, though, because he does not want a penny for the help provided. That’s not his style. However, he cannot indicate where the money does go then… Definitely not to the driver who only received 70 dollars!)

Murgab: opnieuw in de garage / at the repair shop again

Murgab: opnieuw in de garage / at the repair shop again

Murgab

Murgab

Murgab: containermarkt / container bazar

Murgab: containermarkt / container bazar

Net voor we naar de bank vertrekken komen Joan en Hera op ons af. Het Nederlandse koppel had van Zwitserse motorrijders, die ons hadden zien staan in de Wakhanvallei, gehoord dat er Belgen met autopech waren. Omdat ze ons onderweg niet hadden zien staan, vermoedden ze dat we in Murgab zouden zijn. We kikkeren op van onze ontmoeting. Ze spreken ons moed in en willen ons zelfs geld lenen, mochten we er bij de bank geen kunnen afhalen. Wat een spirit!! Hun verhaal is al even verbijsterend. Tijdens een nachtje kamperen in een droge rivierbedding, zien ze tijdens een fikse regenbui het water stijgen, moeten ze naar de oever vluchten en hun auto laten wegdrijven. Spannende verhalen, dat wel ;-). Bij hen kwam alles uiteindelijk goed, dus waarom niet bij ons!

Een lichtpunt tussen de Murgabse maffiosi is Dallar, een jonge twintiger, die na een jaartje in de V.S. zeer goed Engels spreekt. Terwijl de mecaniciens alles in het werk stellen om onze wagen te herstellen (en voor het voornoemde bedrag verwachten wij ook niet minder), nodigt hij ons bij hem thuis uit voor thee. We krijgen een plaats aangeboden in de “beste kamer” en terwijl ‘theedrinken’ wordt uitgebreid naar middagmaal met brood, yoghurt, kaas, jam, fruit… praten we over koetjes en kalfjes met deze intelligente jongeman.

We kunnen onze ongerustheid stilaan laten varen als ze ons om 14u kunnen melden dat de koppeling vervangen is. Na de lunch nog even alles dichtschroeven en wij kunnen weer zelfstandig de weg op. Blij als een kind dat met een goed rapport naar huis kan, zien we de wagen voor- en achteruit de “werkplaats” uit manoeuvreren. Ons bakje rijdt weer!!!

Just before we leave for the bank, Joan en Hera come and meet us. The Dutch couple had heard from Swiss bikers, who had seen us in the Wakhan valley, that there were Belgians with car troubles. Because they had not seen us along the way, they suspected we would be in Murgab. We cheer up from this encounter. They give us courage and even want to borrow us money, in case we cannot cash at the bank. What a spirit!! Their story is as baffling as ours. While camping on a dry river bed, they see the water rise, have to flee to the river banks and see their car drift away. Exciting stories, for sure ;-). Eventually, it all ended well for them, so it should end OK for us as well!

A bright spot amongst the Murgab Mafiosi is Dallar, a young man in his early twenties, who speaks fluently English after a year in the US. While the mechanics are working hard to repair our car (and for the above amount we don’t expect any less) he invites us into his home for tea. We get a seat in the “main room” and while “having tea” is expanded to lunch with bread, yoghurt, cheese, jam, fruit, … we chitchat with this intelligent youngster.

We can almost let go of our worries when they inform us that our clutch has been replaced. They only need to screw down everything after lunch and we’ll be able to hit the road independently again. Happy as a child that takes a good school report home, we see our car move forward and backward to manoeuvre out of the “repair shop”. Our house is driving again!!

Ondertussen krijgen we nog bezoek van Richard en Eve. Het gepensioneerde Engelse echtpaar heeft via Joan en Hera over ons gehoord en komt ook kijken of alles goed gaat, of we geld nodig hebben… Voorlopig gaat alles nog wel goed…

Tot onze grote ontsteltenis doet de toerenteller het niet meer en licht het waarschuwingslampje van de motor weer op. Tijdens de testrit is duidelijk dat de auto alweer enkel in ‘noodloop’ rijdt… en dit keer is de zekering van de remlichten nog intact. De topmecaniens zien echter het probleem niet. Er is waarschijnlijk wel iets stuk, maar we kunnen rijden, dus moeten we ons geen zorgen maken… En die toerenteller… Ach, die heb je toch niet nodig… Discussiëren heeft geen zin meer. Hun werk zit er op en ze willen enkel nog de kleur van ons geld zien. (Daarna kunnen ze met hun maffiabaas wekenlang champagnefeestjes geven.)

Wijzelf hebben er ook de buik van vol en gaan het er op wagen. In noodloop naar Osh in Kirgizië. We moeten enkel 400 km en 3 hoge bergpassen overbruggen. We zien wel hoe ver we komen. Eén ding is zeker. We willen weg uit Murgab en we willen zeker geen verdere hulp van peetvader Pamir Guide.

Vanuit Murgab beginnen we aan de klim van de Ak-Baitalpas. Terwijl dit een van de mooiste ritten van onze trip zou moeten zijn, bestijgen we met een bang hart de berg. Maar elke meter voorwaarts is er één gewonnen. Gelukkig is dit geen te steile klim. De top zal echter voor morgen zijn. Na 70 km gestaag bergop zetten we ons huisje aan de kant en zijn trots op onze wagen dat hij ons al zo ver heeft gebracht.

Mochten we problemen krijgen, dan is onze hoop gevestigd op Richard en Eve, die net buiten Murgab overnachten. Zij komen ons dus nog achterna. We hebben back-up.

In the meantime Richard and Eve pay us a visit. The retired English couple heard about us from Joan and Hera and are checking if we are alright, if we need any money…. All’s well, for now…

Much to our despair the revolution counter does not work anymore and the warning sign for the engine is lighting up again. During the test drive it’s clear that the car is only driving “at limited speed” (and with limited power) (again)… and this time the fuse for the breaklights is still intact. The top-class mechanics do not see the problem. Probably, something is broken, but we can drive, so we should not worry… And that revolution counter… Ach well, you don’t need that… No further use in discussing. Their work is done and now they only want to see the colour of our money. (After that they can throw champagne parties with their mafia boss for weeks.)

We’ve had it here and will take the risk. With limited speed and power to Osh in Kyrgyzstan. We only need to cover 400 kms and cross 3 mountain passes. We’ll see how far we get. One thing’s for sure. We want to get out of Murgab and definitely do not want any further help of godfather Pamir Guide.

From Murgab we start the climb of the Ak-Baital pass. While this should be one of the most beautiful drives of our trip, we climb the mountain weakheartedly. But every metre forward is one metre won. Luckily, this is not a steep climb. The top will be for tomorrow, though. After 70 kms of steady climbing we park our home and are proud of our car that it has taken us already this far.

Should we get into trouble again, we count on Richard and Eve, who are spending the night just outside of Murgab. They are behind us, so we have backup.

Mmmmmmmmmm...

Mmmmmmmmmm…

Weer onderweg / Along the way again

Weer onderweg / Along the way again

Pamir Highway

Pamir Highway

Pamir Highway: slaapwel! / sleep tight!

Pamir Highway: slaapwel! / sleep tight!

’s Morgens kruipen we vroeg uit de koude veren en worden we in de auto door het waarschuwingslampje begroet. Blijkbaar wonen geen kabouters langs de Pamir Highway. We zijn klaar om het laatste stukje Ak-Baitalpas te bestrijden. En alles gaat goed tot de laatste bocht. Op 200m voor de top blijven we steken tussen putten, bulten, aarde en steenslag in de scherpe haarspeldbocht. We laten ons even wat achteruit bollen en met de moed der wanhoop gaan we in “eerste lage 4×4-versnelling” het onding nog eens te lijf. De auto waggelt, ploetert en kraakt, ons hart staat stil, we proberen mee te duwen, de bergtoppen denken er het hunne van… Onze laatste strohalm breekt echter niet en we komen voorbij de venijnige bocht.

Op de top houden we halt en geven de auto de knuffel die hij verdient. We hebben het hoogste punt van onze reis bereikt: 4.657 meter. Terwijl we van het ijzig koude uitzicht genieten en van de inspanning bekomen, bemerken we dat de velgen die we op ons bagagerek meedragen niet meer goed vastzitten; waarschijnlijk losgeraakt tijdens de helse beklimming, maar toch vreemd… Ik hijs me op het dak om ze weer vast te leggen en stel verbouwereerd vast dat de twee spanriemen waarmee de velgen vastliggen, zijn doorgesneden. De hufters (mijn excuses voor de negatieve bewoording in dit vrolijke verhaal) in Murgab hebben geprobeerd onze velgen te pikken. Nu wordt ook duidelijk waarom ze interesse toonden voor de prijs van ons reservemateriaal. Gelukkig lagen ze ook nog met een stevige ketting en hangslot vast (en zijn ze tijdens onze wanhoopsklim niet door onze voorruit geknald!) Dat ze geïnteresseerd zijn in onze dollars, tot daar nog aan toe, maar dat ze met ons leven spelen door materiaal los te maken op het dak en ons met een auto te laten rijden waarvan er motorproblemen opduiken, dàt is er toch wel over!

In the icy morning we early get out of bed and in the car we are greeted by the engine warning sign. Apparently, there are no fairies along the Pamir Highway. We are ready to face the last stretch of the Ak-Baital pass. And everything goes well until the last bend. At 200m before the top we get stuck amongst potholes, lumps, dirt and rubble in the sharp hairpin curve. We let the car roll back a bit and in a last desperate effort we try and tackle the curve in “first low 4-wheel drive gear”. The car staggers, plods and squeaks, our hearts come to a standstill, we try and push along, the mountain tops look down on us… Our straw doesn’t break, however, and we pass the vicious bend.

On the top we stop and give the car the hug it deserves. We have reached the highest point of our journey: 4,657 metres. While we enjoy the ice cold view and recover from the effort, we notice that the rims that we carry on the roof rack have come loose, probably loosened during the hellish climb, but still strange… I hoist myself on the roof to tie them up again and to my utter dismay I notice that the two ropes with which the rims were tied, have been cut. The bastards (I’m sorry for my negative expression in this cheerful story) at Murgab have tried to steal our rims. Now it becomes clear why they showed interest in the price of our extra equipment. Luckily, they were also locked by a chain and padlock (and they didn’t come crashing into our front window during our desperate climb!). That they are interested in our dollars… we can live with that, but that they are playing with our lives by cutting loose equipment on the roof and let us drive with a car with engine problems, that’s too much!

Pamir Highway

Pamir Highway

Pamir Highway

Pamir Highway

Terwijl mijn verwensingen tegen de bergtoppen weerkaatsen, leg ik de velgen opnieuw vast en kunnen we aan de 70 km lange afdaling beginnen. Ons eerste doel is bereikt: we zijn de eerste pas over… Op naar de volgende… We hopen (en dit is goed bedoeld) dat we Richard en Eve niet meer zien… althans niet voor we in Osh aankomen.

Een groot stuk van onze noordwaartse afdaling wordt begeleid door een twee meter hoge barrière van prikkeldraad. Tot we de Tadjieks-Kirgizische grens bereiken zullen we geflankeerd worden door de Chinese grens… op maar enkele meters afstand.

While my cursing is echoeing against the mountain tops, I fasten the rims again and we can start the 70 km descent. We have reached our first goal: We have passed the first pass… And on to the next… We hope (and this is meant well) that we don’t see Richard and Eve anymore… at least not before we get to Osh.

Large part of our northbound descent we are accompanied by a two metres high barrier of barbed wire. Until we reach the Tajik-Kyrgyz border we will be flanked by the Chinese border… only a few metres away.

Marmot(h)

Marmot(h)

Pamir Highway: Chinese grens / border

Pamir Highway: Chinese grens / border

Tijdens de beklimming van de Kyzyl-Artpas worden we op een fikse sneeuwbui getrakteerd., maar die weerhoudt er ons niet van tegen de middag bij de kleine Tadjiekse grenspost aan te kloppen. Dit wordt de hoogste grensovergang dit jaar: 4.282 meter. Deze lijkt meer op een boerderij uit de 18e eeuw, maar wat kan ons het schelen. Ons tweede (dubbele) doel is bereikt: de pas over en de grens bereiken. Bovendien worden we hartelijk ontvangen en de formaliteiten zijn een fluitje van een cent. We worden zelfs uitgewuifd door de man van Interpol – afdeling Narcotica: “Bye bye Tadjikistan!”

Na 4 weken, zelfs 1 dag voor het verstrijken van onze visums, verlaten we dit prachtige land met zijn onmetelijke gastvrijheid. We plaatsen dit onhergberzame bergland dan ook graag op nummer 1 van onze “Wat was nu het mooiste wat je gezien hebt”-lijst. Jammer genoeg hebben we de verkeerde mensen ontmoet voor onze GBAO-vergunning en tijdens onze autopechdagen, maar die klojo’s kunnen niet alles verpesten. Tadjikistan is een topland!!

Wij zijn al heel ver gekomen, maar vragen we niet te veel van onze wagen? Onder het motto “meter voor meter vooruit” trekken we niemandsland binnen. Nog 20 km tot de Kirgizische grens, 1 pas over en 200 km naar Osh… Afwachten en hopen…

During the climb of the Kyzyl-Art pass we are treated to a hefty snow shower, but that does not stop us to come knocking at the small Tajik border post around noon. This is going to be the highest border crossing this year: 4,282 metres. This looks more like an 18th century farm, but who cares… Our second (double) goals has been achieved: over the pass and reach the border. Moreover, we are welcomed warmly and the formalities are a piece of cake. We are even seen off by Interpol – narcotics department: “Bye bye Tajikistan!”.

After 4 weeks, even 1 day before the expiration of our visas, we leave this beautiful country with its infinite hospitality. We put this barren mountain country at number 1 of our “What was the nicest thing you’ve seen” list. Unfortunately, we met the wrong people for our GBAO permit and during our car troubles days, but those skunks cannot ruin everything. Tajikistan is a top-class country!!

We have come far now, but do we ask too much of our car? On the pretext of “metre by metre forward” we head into no man’s land. Still 20 kms to the Kyrgyz border, 1 more mountain pass and 200 km to Osh… Wait and hope…

Pamir Highway: Kyzyl-Art pas(s)

Pamir Highway: Kyzyl-Art pas(s)

Pamir Highway: Jhony en/and Interpol-narcotics

Pamir Highway: Jhony en/and Interpol-narcotics

Pamir Highway: Tadjiekse grens / Tajik border

Pamir Highway: Tadjiekse grens / Tajik border

Leave a comment