TURKMENISTAN

Foto`s zullen voor een volgende keer zijn. Veel leesplezier ,-)
Pictures will be for a next time. Enjoy the reading ,-)

Turkmenistan wordt een vluggertje. We hebben maar een transitvisum. Hierdoor moeten we zorgen dat we in vijf dagen het land opnieuw verlaten. Maar dat zou geen probleem mogen zijn. We hebben bewust voor een transit visum gekozen. Een toeristenvisum voor Turkmenistan is moeilijker te krijgen. Allereerst moet je alles via een reisagentschap regelen t(je hebt een uitnodiging nodig), je reisroute moet per dag worden gepland en je krijgt een gids mee als waakhond. Dat is niet onze stijl, dus zien we hiervan af.
Op maandagmorgen 5 mei staan we om 8 uur aan de Iraanse grens in Bajgiran. Grote controle is er hier niet aan deze kleine grensovergang. De meeste tijd gaat verloren aan het in orde brengen van de “carnet de passage”. Da’s het document waarmee we kunnen bewijzen dat we onze auto niet enkel in Iran hebben binnengebracht, maar ook weer meenemen uit het land. Eerst worden alle gegevens ingevuld in een immens logboek waarbij het boek van Sinterklaas verbleekt. De douanebeambte leent hiervoor een pen van zijn collega die intussen een praatje maakt met wat vrachtwagenchauffeurs. Daarna wordt ons karretje nog vluchtig gecheckt en krijgen we de nodige stempels in onze paspoorts en op onze carnet. Eens terug in België (wanneer dat ook moge wezen) krijgen we dan de hoge waarborg die we voor het document betaalden (lees: terugbrengen van de wagen naar België) terug. Al bij al mogen we hier niet klagen over tijdverlies. Na een uurtje staan we aan de Turkmeense grens.

Turkmenistan is going to be a quickie. We only have a transit visa. Because of that we need to make sure to leave the country within five days. But that should not be any problem. We choose the transit visa as a tourist visa for Turkmenistan is hard to get. First of all, you need to arrange everything through a travel agency (you need an invitation), your itinerary is planned completely beforehand and a guide travels with you as a watchdog. That’s not our style, so we say thank you to that idea.
On Monday morning 5th May we are at the Iranian border in Bajgiran at 8 o’clock. There is no big check at this small border post. Most time is wasted at clearing our vehicle and making sure our “carnet de passage” is filled out OK. That is the document with which we can prove that we not only took our car into Iran, but we are also taking it with us again. First all details are filled out in a huge logbook, making Santa Claus’s book look tiny. The customs officer borrows a pen from his colleague who’s making some small talk with some lorry drivers. After that the man quickly checks our car and we receive the necessary exit stamps in our passports and on our carnet. Once we are back in Belgium (whenever that might be) we get the high deposit we had to pay for the document (i.e. to bring the car back to Belgium) back. All in all we may not complain about loss of time. After an hour we are at the Turkmen border.

Hier wachten we geduldig een uurtje tot de douanier ons visum afstempelt, nadat hij naar onze reisroute en geplande overnachtingen heeft gevraagd. Voor deze onmenselijke inspanningen betalen we elk 10 dollar in het kantoortje van de bank naast het douaneloket en 1 dollar verwerkingskosten bij de bank. Daarna mag Lies te voet door de douanecontrole, terwijl ik de wagen door de vereiste controles hoop te krijgen.
Nadat opnieuw het nodige papier wordt verkwist, kan ik naar het volgende bankkantoortje. Onze portefeuille wordt 165 dollar lichter gemaakt: 5 dollar voor desinfectie (geen idee waar en wanneer dat is gebeurd), 50 dollar ‘ingangs- en uitgangskosten’ (blij dat we het land mogen doorkruisen), 53 dollar brandstofcompensatiekosten (tot zover de goedkope diesel in Turkmenistan), 50 dollar wegenbelastingen (die worden in ieder geval verkeerd besteed) en 2 dollar verwerkingskosten bij de bank (tja…). Dat alles met de glimlach gebeurt,is begrijpelijk. Ik zou beter een factuur opstellen voor het Duits dat ik de quarantainedierenarts bijbreng. Na mijn vertrek kan hij in perfect Duits vragen of de volgende toerist een kat, paard, hond, vogel of schaap bijheeft.
Nadat ik bij de laatste controle de militairen heb kunnen overtuigen dat we geen wapens en heroïne bijhebben, is hun ontgoocheling groot dat er geen bier of vodka in onze frigo zit. In Iran was dit echter niet in de winkel verkrijgbaar ;-). Daarna gaat het in dalende lijn richting Turkmeense hoofdstad, Ashgabat.

Here we wait patiently for another hour until the customs official stamps our visa, after he has inquired about our itinerary and the places where we will spend the night. For this inhuman efforts we each pay 10 dollars at the bank in the office next door and 1 dollar service costs at the bank. Then Lies can walk through customs check, while I hope to get the car through the required checks.
After much paper is wasted again, I can pay a visit to the next bank office. Our wallet is stripped for another 165 dollars: 5 dollar for disinfecting the car (no idea where and when that happened), 50 dollars ‘entry and exit costs’ (Glad we are allowed to cross the country), 53 dollars fuel compensation costs (there goes the cheap Turkmen fuel) and 2 dollars service costs at the bank (well…). It’s understandable that everything is done with a smile. I’d better draw up an invoice for the German I teach the quarantine vet. After I leave he can ask in perfect German whether the next tourist has a cat, horse, dog, bird or sheep.
After I’m able to convince the soldiers that we don’t carry guns or heroin at the last check, they are quite disappointed not to find beer or vodka in our fridge. In Iran this wasn’t available at the stores, though ;-). After clearance we descend to the Turkmen capital, Ashgabat.

Wat een bevreemdende stad is dit. Over brede, rustige lanen rijden we stad binnen. Turkmenbashi, de vorige president had een “lichte” vorm van grootheidswaanzin en liet alle immense gebouwen in marmer optrekken. Er is haast geen mens op straat, behalve politiemannen op elke hoek van de straat. Veel foto’s kunnen we hier niet nemen, want het is verboden kiekjes te nemen van overheidsgebouwen. En dat wordt ons ook duidelijk gemaakt. Het is zelfs niet toegelaten op de stoep voor het presidentiële paleis te wandelen.
In deze surrealistische stad kleuren de vrouwen het straatbeeld. In Iran waren het bijna geesten die door de straten dwaalden; hier dragen ze lange jurken in felle kleuren. Rode, groene, blauwe, gele traditionele gewaden vormen een schril contrast met het witte marmer van de gebouwen. De kleuren zijn een verademing, maar het moet gezegd dat niet elke Turkmeense vrouw in de strakke, lange jurken past, maar daar trekken ze zich niets van aan ;-).

What a weird city this is. Along broad, peaceful boulevards we drive into the city. Turkmenbashi, the former president, seems to have had a “mild” form of megalomania and had all huge buildings built in marble. There are almost no people in the streets, except for policemen on every corner of every street. We can’t take too many pictures here, as it is forbidden to take snaps of government buildings. And that is made clear to us. It’s not even allowed to walk on the sidewalk in front of the presidential palace.
In this surrealistic city the women colour the streets. In Iran they were almost ghosts wandering through the streets; here they wear long dresses in bright colours. Red, green, blue, yellow traditional garbs contrast sharply with the white marble of the buildings. The colours are a relief, although it has to be said that not every Turkmen women fits well in the tight, long dresses, but they don’t seem to mind ;-).

Ashgabat

Ashgabat

Ashgabat

Ashgabat

Ashgabat: Turkmenbashi

Ashgabat: Turkmenbashi

Ashgabat: verkeerslichten poetsen / cleaning traffic lights

Ashgabat: verkeerslichten poetsen / cleaning traffic lights

Traditionele klederdracht / Traditional clothing

Traditionele klederdracht / Traditional clothing

Na onze overgangsdag met bezoek aan de Iraanse en Turkmeense douaniers en het verkennen van de Turkmeense hoofdstad zetten we op woensdag koers richting noorden. Ons doel voor de dag ligt 300 km hogerop en zijn de gaskraters in het midden van de woestijn nabij Darvaza. In Iran wezen verkeersborden op een mogelijke aanwezigheid van kamelen; tijdens onze “korte” passage in Turkmenistan krijgen we het ‘woestijnschip’ ook effectief te zien. Ongegeneerd staan de dromedarissen langs de weg en vragen zich waarschijnlijk, net als wij, af wanneer de nieuwe weg zal worden voltooid.
We maken een korte tussenstop in het dorpje Jerbent. Een oase is het geenszins. Er is enkel zand en stof… en kamelen. Terwijl we van een ijsje genieten, kijken we toe hoe een kameel wordt gemolken.

After our “transition day” with a visit to the Iranian and Turkmen customs officers and our exploration of the Turkmen capital we set sail to the north on Wednesday. Our goal for the day is situated 300 km further and is the gas craters in the centre of the desert at Darvaza. In Iran road signs warned for the possible presence of camels; during our “short” passage in Turkmenistan we actually get to see the desert animal. Unashamedly, the camels are standing next to the road and probably wonder, as we do, when the new road will be finished.
We make a short stopover in the village of Jerbent. An oasis it is not. There’s only sand and dust… and camels. While we are enjoying an icecream, we watch a woman milking a camel.

Ashgabat

Ashgabat

Karakum woestijn / desert

Karakum woestijn / desert

Karakum woestijn / desert

Karakum woestijn / desert

Jerbent : Karakum

Jerbent : Karakum

Jerbent : Karakum woestijn / desert

Jerbent : Karakum woestijn / desert

In de late namiddag bereiken we de zandduinen waar de gaskraters van Darvaza achter liggen. We wagen ons in het zand, maar niet tot bij de kraters 5 km verder de woestijn in. De duinen zouden we wel naar beneden raken, maar het zou moeilijk zijn de zandheuvels terug op te raken. Terwijl we beraadslagen hoe we verder willen, komt een jeep ons tegemoet en houdt halt bij ons. De vriendelijke Turkmenen bieden ons aan om ons tot bij de krater te brengen. We gaan gretig op het aanbod in en stappen in. Zij glijden ons door het zand tot bij de gaskrater. Dit fenomeen is een overblijfsel van een Russisch experiment uit de jaren vijftig. Toen ze hier naar gas aan het boren waren, liep het mis. In de krater die toen ontstond spuit nog steeds gas, dat vuur heeft gevat. Turkmenen noemen deze plaats ‘de poort naar de hel’ en het heeft er wel iets van weg.
Overnachten doen we die nacht in de Karakumwoestijn. Dit zou wel eens een van de mooiste slaapplaatsen van onze trip kunnen worden.

Late afternoon we reach the sand dunes behind which the gas craters of Darvaza are situated. We try our luck off-road in the sand, but not up to the craters 5 km further in the desert. We definitely would manage to get down the dunes, but we might not be able to get up the sand hills again. While we are considering our next step, a jeep comes out of the desert and stops next to us. The friendly Turkmen offer to take us to the crater. We keenly accept and get into their jeep. They glide us through the sand to the gas crater. This phenomenon is a remnant of a Russian experiment from the fifties. While drilling for gas, things went wrong. Now, gas is still escaping the big hole and has caught fire. Turkmen call this place the “Gate to Hell” and it does feel that way.
We spend the night in the Karakum desert. This might well be one of the most beautiful sleeping-places of our trip.

Darvaza: gaskrater / gas crater

Darvaza: gaskrater / gas crater

Darvaza: Karakum

Darvaza: Karakum

Darvaza: Karakum

Darvaza: Karakum

Op donderdag 8 mei gaat het verder noordwaarts door de zanderige, hete vlakte. Nadat weSarisuw voorbij zijn gereden, wordt de weg er enkel slechter op. De laatste 80 km tot aan de grens leggen we af in 4 uur. Het afgrijselijke schreeuwen van onze veren, schokdempers en chassis weergalmen waarschijnlijk in de leegstaande marmeren gebouwen in Ashgabat, maar geen hoofdstedelijke ziel die hierom maalt. Alle oliedollars worden blijkbaar in projecten in de megalomane hoofdstad geïnvesteerd. Deze weg is een schande voor zo’n rijk land. Een wegomlegging leidt ons nog in het plaatselijke hinterland en net voor valavond komen we aan in het grensstadje Konje-Ürgench. Met de hulp van de plaatselijke ouderen vinden we een rustig plaatsje om te slapen voor we ons de volgende dag naar de grensposten begeven.
Bij het uitrijden van Turkmenistan op vrijdag (dag 5) wordt ons bakje aan een grondige controle onderworpen. We moeten alle boxen uit de auto halen en alle spullen tonen. Elke kast wordt met een kennersoog geïnspecteerd. Alles verloopt correct en met de glimlach, maar de minuten en uren tikken genadeloos weg onder een loden zon. Gelukkig plannen we niets op “grensovergangsdagen”.

On Thursday 8th May we head further north through the sandy, hot plains. After passing Sarisuw, the road only gets worse. We drive four hours over the last 80 kms. The horrible screaming of our springs, shock absorbers and chassis probably echo in the empty marble buildings in Ashgabat, but no metropolitan soul who cares. Apparently, all oil dollars are only spent in the megalomaniac capital. This road really is a disgrace for such a rich country. A road diversion brings us in the local hinterland and just before dusk we reach the border town of Konye-Ürgench. With the help of some local elders we find a quiet place to sleep before we head for the border the next day.
Upon leaving Turkmenistan on Friday (day 5) our car is thoroughly checked. We need to take every box out of the car and show all the stuff. An expert eye checks every cupboard. All is done correctly and with a smile, but minutes and hours tick away under a blistering sun. Luckily, we don’t plan anything on “border crossing days”.

Karakum woestijn / desert

Karakum woestijn / desert

Karakum woestijn / desert

Karakum woestijn / desert

Onderweg in Noord-Turkmenistan / On the road in northern Turkmenistan

Onderweg in Noord-Turkmenistan / On the road in northern Turkmenistan

 

Leave a comment