IRAN

“Welkom in Iran!”. Deze welgemeende uitdrukking zijn de woorden die we de laatste vier weken het meest hebben gehoord. Maar voor we aan ons relaas over dit prachtige land met zijn hartelijke mensen en grenzeloze gastvrijheid kunnen vertellen, moeten we eerst nog Armenië door om onze autowoning op te pikken. We hebben 4-5 weken niet ‘geblogd’, wegens geen toegang tot onze blogsite in Iran en Turkmenistan, dus zet je schrap. Mocht je dit tijdens de werkuren lezen, doe je ’t misschien beter in stukjes. Anders zal ’t waarschijnlijk opvallen dat je productiviteit sterk daalt het komende uur :-).

“Welcome to Iran!”. This cordial expression are the words that we’ve heard the most the last 4 weeks. But before we can tell our story about this beautiful country with its warm-hearted people and its infinite hospitality, we need to pass through Armenia to pick up our car. We haven’t blogged for 4 to 5 weeks, due to no access to our blog in Iran and Turkmenistan, so be prepared for a long story. Should you be reading this at work, you might want to divide it over several readings. Otherwise it might be conspicuous that your productivity drops dramatically in the coming hour :-).

Op 31 maart stappen we in Akhaltsikhe, Georgië, om 7 uur ’s morgens in een minibusje dat ons naar Gyumri in Armenië zal brengen. We stijgen naar 2.000 meter en rijden op een besneeuwd plateau voor de laatste keer deze trip Georgië uit en Armenië binnen. We moeten de kou trotseren om de nodige Georgische en Armeense stempels te krijgen van de verkleumde douaniers.
We worden op het centrale plein in Gyumri gedropt en klappertandend zoeken we onze weg naar de B&B uit onze reisgids. We worden door de dochters des huizes hartelijk ontvangen met koffie/thee en gebak. Ani studeert in Karlsruhe en Lilith trekt in juni naar Zwitserland om er in Dietikon als au-pair te werken. Ze is erg blij dat ze haar Duits kan oefenen. Ze praten open, maar met heel veel pijn in het hart, over de armoede en moeilijkheden in Armenië in het algemeen en Gyumri in het bijzonder. De stad werd in 1988 getroffen door een verwoestende aardbeving en is deze tegenslag nooit te boven kunnen komen, mede door het uiteenvallen van de Sovjetunie, waardoor de bouw van de beloofde nieuwe woningen en appartementen stilviel. Aan de rand van de stad wonen nog steeds mensen in containers. Tussen het centrum en de rand bevinden zich nieuw opgetrokken appartementsblokken, maar die zouden ook al een opfrissing kunnen gebruiken. De hoofdkerk in het stadscentrum staat nog steeds in de stelling en is buiten gebruik. Zodra je van de hoofdweg afstapt, loop je op aardewegen.
Ze hebben hier vorige week nog een serieuze winterprik te verduren gekregen. Scholen waren gesloten, omdat het overdag tot -16° C vroor. En ook vandaag bijt de vrieskou ons nog in het gezicht. Tijdens onze stadswandeling lopen we als ramptoeristen tussen roestende wooncontainers en verbrokkelende woonblokken. We wagen ons in een zijweggetje en denken een foto te nemen van het theater dat wordt gerenoveerd. Op dat moment sloffen twee oude heren naar buiten en nodigen ons uit binnen een kijkje te nemen. We bevinden ons blijkbaar op de terreinen van de oude textielfabriek en de 75-jarige Shura renoveert hier een “stulpje” voor een van zijn zonen. Hij brengt ons daarna naar zijn huis voor thee en gebak. De oude autohandelaar heeft blijkbaar wel goede zaken gedaan. Het oude herenhuis met marmeren trap en parket slaat ons met verstomming, zo dicht bij de barakken.

On 31st March at 7 o’clock in the morning we get into a minibus in Akhaltsikhe, Georgia, which will bring us to Gyumri, Armenia. We climb above 2,000 metres and on a snow-covered plateau we exit Georgia and enter Armenia for the last time on this trip. We have to face the cold to receive the necessary Georgian and Armenian stamps from the frozen customs officers.
We are dropped at the central square of Gyumri and shivering we try and find our way to the B&B from our travel guide. We are welcomed warmly by daughters of the house with coffee/thee and cake. Ani is studying in Karlsruhe en Lilith is going to Switzerland in June to work as an au pair girl in Dietikon. She’s happy to be able to practise her German. They talk freely, but with sincere heartache, about the poverty en problems in Armenia in general and Gyumri specifically. The town was hit by a destructive earthquake in 1988 and never recovered from this setback, amongst others because of the collapse of the Soviet Union, resulting in the building of new houses and appartments coming to a stop. At the city border people still live in containers. Between the centre and the border of the city there are newly built apartment blocks, but these could do with some brushing up as well. The main church on the main square is still surrounded by scaffolding and out of use. As soon as you walk away from the main roads, you end up in dirt roads.
Last week winter hit hard again unexpectedly. Schools were closed, because temperature dropped below 16°C. And still today frosty weather slaps us in the face. During our city tour we walk amongst the living containers and crumbling apartment buildings as ‘disaster tourists’. We stray off onto a side road and think we are making a picture of the theatre that’s being renovated. At that stage two old gentlemen shuffle outside and invite us in to take a look. Apparently we are at the premises of the old textile factory and the 75-year old Shura is renovating a “shack” here for one of his sons. Then he takes us to his house for tea and cake. The old car dealer clearly ran a good business. His old mansion with marble stairs and parquet flooring perplexes us, this close to all the other shacks.

Gyumri: barakken / baracks

Gyumri: barakken / baracks

Gyumri kathedraal / cathedral

Gyumri kathedraal / cathedral

’s Avonds vieren we Lies’ verjaardag met de vrouwen van de B&B. Wij trakteren met cava en spaghetti bolognaise. Zij verrassen ons met een verjaardagstaart. Om 23u gaat de verwarming uit. Zelfs op deze koude winteravond moet daarop bespaard worden. Ook het water wordt afgesloten. De moeder geeft Engelse les (voor 100 euro/maand; overleven kunnen ze door de inkomsten van de B&B) en vertelt ons dat morgen 1 april op school de verwarming zelfs wordt dichtgedraaid. Hier is het de hele winter door dikketruiendag!

In the evening we celebrate Lies’s birthday with the B&B women. We treat them to bubbles and spaghetti bolognaise. They surprise us with a birthday cake. At 23.00 hours the heating goes out. Even on a cold winter night as this one they need to save on energy. Also the water is cut off. The mother is an English teacher (earning 100 euros per month; they can only survive through the incomes of the B&B) and she tells us that as of tomorrow 1st April all heating will be switched off. Down here every day is a ‘warm jumper day’ (some Belgian primary schools organize such a day once a year)!

hip hip hoera / hurrah !!

hip hip hoera / hurrah !!

We nemen vanuit Gyumri de trein naar Yerevan. We sjokken 4 uur lang op een houten bank door een troosteloos landschap, vervuild door verlaten en vervallen fabriekspanden en grauwe dorpjes. Wat een verschil met het beeld dat we ons bij ons vorige bezoek aan Armenië hadden gevormd.
Op 3 april binden we voor de laatste keer onze rugzak over onze schouders en trekken naar Artashat waar onze auto op ons staat te wachten. We brengen hem naar de garage voor een onderhoudsbeurt en sluiten de nodige (verplichte) verzekering af. Na vijf maanden kruipen we achter het stuur en bollen naar het zuiden richting Iran door gevoelig gebied. Deze smalle strook Armenië wordt in het westen begrensd door Nakhchivan (voormalig stukje Armenië dat door de Russen aan Azerbeidjan werd geschonken) en in het oosten door Nagorno-Karabach (Azeri grondgebied dat door Armenië wordt bezet). Onze laatste twee nachten in dit prachtige land brengen we veiligheidshalve door bij plaatselijke politiekantoren, tot grote verbazing van de vriendelijke agenten.
Daarna kruipen we tussen besneeuwde bergtoppen de bergpas omhoog tot op op 2.500 meter en dalen af naar Iran. De rivier Aras vormt de grens met Iran, aan de Armeense kant mooi afgeboord met prikkeldraad. We bereiden ons mentaal voor op een lange namiddag aan de Iraanse grens. Vlug de Armeense douane door om een grondige controle en een papiermolen te verwerken bij de Iraniërs, zo denken we. Onze tussenstop bij de Armeense douane duurt echter meer dan anderhalf uur. Niet omdat er veel volk staat, maar omdat er blijkbaar wat problemen zijn met de papieren van onze auto. Dat denken we toch, want uitleg krijgen we niet. Nadat onze auto wordt “vrijgegeven”, krijgen we nog een bijkomende vragenronde bij een volgend kantoortje. Na een praatje over Eden Hazard (de bekendste Belg in deze contreien) en andere Rode Duivels mogen we dan uiteindelijk toch het land verlaten en steken we de rivier over naar Iran. Lies heeft zich intussen naar ‘Iraanse normen’ gekleed; lange rok tot op de grond, trui met lange mouwen tot over het achterwerk en uiteraard een hoofddoek waarbij niet het minste haar zichtbaar is. Later zal blijken dat de Iraanse vrouwen ‘moderner’ gekleed gaan. Ze dragen in het openbaar wel allemaal een hoofddoek, maar bij velen is het kapsel zichtbaar. Velen dragen een jeansbroek, maar hun trui of jas is steeds lang genoeg om het achterwerk te ‘verbergen’, maar eens thuis in de eigen omgeving, achter “gesloten deuren”, zien ze er net zo uit als wij.

At Gyumri we take the train to Yerevan. We trudge through a desolate landscape, polluted by deserted and dilapidated factory buildings and drab villages. What a difference with the image we had from our previous visit to Armenia.
On 3rd April we throw our backpacks on our backs for the last time and head for Artashat, where our car is waiting for us. We take it to the garage for maintenance and buy the compulsory insurance. After 5 months we get behind the wheel again and drive south to Iran through a sensitive area. This small strip of Armenia is bordered by Nakhchivan (former Armenian piece of land that was given to Azerbaijan by the Russians) in the west and Nagorna-Karabach (Azeri soil occupied by Armenia) in the east. Our last two nights in this beautiful country we spend near a local police station, for security reasons, much to the surprise of the friendly police officers.
Then we crawl up the mountain pass amongst snowcapped mountains to over 2,500 metres and descend towards Iran. The border with Iran is formed by the river Aras, nicely set off with barbed wire on the Armenian side. We prepare ourselves mentally for a long afternoon at the Iranian border. Quickly pass Armenian customs to go through a severe checkup and lots of red tape with the Iranians, we think. Our stopover at the Armenian customs takes over one and a half hours. Not that there are many people around, but there seems to be problems with the papers of our car. At least that’s what we think, as we do not get any further explanation. After our car is “released”, we get another round of questions at a next customs officer. After a nice talk about Eden Hazard (the most famous Belgian around here) and other Belgian football players we can eventually leave the country and we cross the river to Iran. In the meantime Lies has dressed up to Iranian female standards; long skirt to the ground, shirt with long sleeves covering her backside and obviously, a head scarf, not revealing any hair. Later it becomes clear to us that Iranian women dress more modernly. In public they do all wear a head scarf, but many of them show their hairdo partly. Many wear jeans, but also always a jumper, shirt or jacket that ‘conceals’ their backsides, but once at home, behind “closed doors”, they dress just like everyone else.

Naar de grens / To the border

Naar de grens / To the border

Naar de grens / To the border

Naar de grens / To the border

When in Rome....

When in Rome….

We worden heel vriendelijk ontvangen door de Iraanse douanebeambten. Een grondige controle van onze auto gaat aan ons voorbij en na minder dan een uur staan we goed en wel op Iraanse bodem. We hebben gisteren ons laatste pintje gedronken en ons erop ingesteld om een maand lang thee en koffie te drinken. Alcohol is verboden in Iran.
We rijden oostwaarts langs de grens met Armenië en Nagorno-Karabach. We rijden voorbij onze eerste Iraanse wachtposten. Foto’s hiervan kunnen we niet tonen. Het is ten strengste verboden om militaire installaties, politie, … te fotograferen. De wegen zijn een zegen voor onze wagen. Ze liggen er veel beter bij dan in Armenië of Georgië. We raken dus iets sneller vooruit. Onze eerste tussenstop willen we houden in Kaleybar om daarna vlug door te bollen naar Tabriz. De plaatsnamen op de verkeersborden worden vaak zowel in het Farsi als in het ‘Engels’ aangegeven, maar in Kaleybar vinden we geen bord waarop de ruïnes van het kasteel van Babak worden aangeduid. We vragen dan maar de weg aan een jongeman die gelukkig Engels kan. Hij vraagt ons of hij ons mag vergezellen. Voor ons is dat geen probleem en hij belt nog een vriend op. We trekken samen met Nima, Ehsan en Mohammad de bergen in op zoek naar het plaatselijke verleden. De jonge gasten blijken heel goede en leuke gidsen. Zonder hen hadden we de ruïnes waarschijnlijk niet gevonden. We worden uitgenodigd om ’s avonds thee te drinken en kaart te spelen en ’s anderendaags willen ze ons een plaatselijk spel leren. We passen onze plannen aan en besluiten een dag langer in Kaleybar te blijven.

We are welcomed very heartily by the Iranian customs officers. A thorough check of our car is skipped and in less than an hour we are on Iranian soil. We enjoyed our last beer yesterday and set our minds to drinking tea and coffee for a month. Alcohol is forbidden in Iran.
We drive east along the border with Armenia and Nagorno-Karabach. We pass our first Iranian guard posts. We cannot show you any pictures of these. It’s strictly forbidden to take pictures of military compounds, police, … The roads here are a blessing for our car. They are much better than in Armenia or Georgia. So we move a little quicker. Our first stopover is Kaleybar, after which we intend to move on to Tabriz later that day. Place-names on roadsigns are often indicated in Farsi and English, but at Kaleybar we don’t find any sign indicating Babak castle. So we ask a young man, who luckily speaks English very well. He asks if he can join us. No problem for us and he calls a friend to come along as well. We head into the mountains with Nima, Ehsan and Mohammad in search of local history. The young guys prove to be nice and interesting guides. Without them we would probably not have found the castle ruins. In the evening they invite us for tea and to play cards and the next day they want to introduce a local game to us. So we adjust our plans and decide to stay another day at Kaleybar.

FOTO’S helaas gedeletet / PICTURES unfortunately deleted

’s Anderendaags pikt Nima ons ’s middags op en komen we buiten de stad samen voor “het spel” (de naam ervan kennen we niet). Het spel uitleggen zou een blogpost op zich kunnen zijn. Het is vooral de bedoeling om met een grote stok een kleine stok zo ver mogelijk het veld in te slaan. De tegenstander moet die proberen te vangen. Lukt dat, dan ben je verloren; lukt het niet, dan mag de tegenstander proberen met de kleine stok je slaghout te raken. Als dat lukt, ben jij uitgeschakeld, maar de andere ploegspelers kunnen verder. En er zijn nog een hele reeks niet neer te pennen regels. We amuseren ons goed en dat is het belangrijkste! Uiteraard komt er ook thee op ’t kampvuur aan te pas.
We overnachten nog eens in Kaleybar en ’s anderendaags geven we Nima een lift naar Tabriz. Hij gaat er zijn vriendin bezoeken. Hij stelt ons voor aan zijn vriend Ebraham, bij wie wij kunnen logeren. We eindigen op een studentenkot. We worden er opnieuw heel hartelijk ontvangen en ’s avonds komen Ebrahams vrienden langs om ons welkom te heten in hun land! Hier in het noorden van Iran wonen de Azari-Turken. Noem ze geen Iraniërs en ze spreken geen Farsi, maar Turks!
We leven in Tabriz even op studententempo. ’s Avonds op kot thee drinken, lang slapen en daarna even de stad in. We bezoeken er het museum, het stadspark en de bazaar. En Ebraham helpt ons om onze gasflessen op te vullen. Jammer genoeg zijn onze ‘Camping Gaz’-flessen geen standaard in Iran en moeten ze wat prutsen, maar uiteindelijk lukt het de flessen te vullen. ’s Anderendaags zal echter blijken dat de koppelingen van onze flessen naar de knoppen zijn. Om toch nog te kunnen koken, schaffen we ons een plaatselijke gasfles aan.

The next day Nima picks us up at noon and we gather outside of town to play “the game” (the name of which we don’t remember). Explaining the game would be an own blog post. The main objective is to pick up a small stick with a larger stick and hit it as far as possible in the field. The opponents have to try and catch it. If they do, the whole team loses; if they don’t, they can try and throw the small stick back to hit your ‘bat’. If they do, you are out, but the other players can play on. And there are still a lot more, indescribable rules. We have great fun and that’s the most important thing! Naturally, there is tea, cooked on a campfire.
We spend another night at Kaleybar and then we give Nima a ride to Tabriz. He’s going to pay his girlfriend a visit. He introduces us to his friend Ebraham, at whose place we can stay. We end up in a student flat. Again we are welcomed heartily and in the evening Ebraham’s friends pass by to welcome us into their country. Here, in the north of Iran, the people are Azari Turks. Don’t call them Iranians and they don’t speak Farsi, but Turkish!
In Tabriz we live at student speed for a moment. In the evening we drink tea in the flat and talk, we sleep in and then we go into town for a while. We visit the museum, the city park and the bazar. And Ebraham helps us to fill up our gas bottles. Unfortunately, our ‘Camping Gaz’ bottles are not standard in Iran and they have to tinker with them, but in the end they manage to fill up the bottles. The next day, however, it becomes clear that they have tampered too much, as we can’t use them anymore. In order to be able to cook, we buy a local gas bottle down the road.

Tabriz bazar

Tabriz bazar

Op kot in Tabriz / Being a student again in Tabriz

Op kot in Tabriz / Being a student again in Tabriz

We zijn op weg naar de Kaspische Zee, die we sinds oktober (Baku – Azerbeidjan) niet meer hebben gezien. Maar vandaag raken we er niet meer. We rijden door het stadje Hashtpar (bijgenaamd Talesh). Als we een politiewagen zien, stappen we er op af en vragen of ze ons een veilige plek kunnen wijzen. Dat zou makkelijk geweest zijn als 1 van de 8 ordehandhavers Engels kon spreken, maar dat is niet het geval. Met gebarentaal proberen we uit te leggen wat we willen. Een van de agenten gebaart me hem te volgen. Hij stapt een schrijnwerkerij binnen en roept de baas. Majid is meertalig en is bijzonder blij ons te zien. Hij nodigt ons uit in het vrije appartement naast zijn woning te slapen. Ons karretje kunnen we op de koer parkeren. Hij benadrukt dat we niets hoeven te betalen. Wij zijn zijn gasten. Het is ondertussen halfnegen. Hij moet nog werken tot tien uur, maar daarna kunnen we nog wel wat praten. We worden door zijn vrouw voor het avondeten uitgenodigd. Als Majid thuiskomt, krijgen we eieren met groenten en frieten en brood (Iraniërs eten bij alles brood) voorgeschoteld. Als we denken voldaan te zijn, komen er nog lamsbrochetten op tafel, om daarna het avondmaal met wat fruit (een appelsientje of 6-7) af te sluiten. Groot is onze verbazing als onze gastheer een fles vodka op tafel neerzet. Alcohol is dan wel verboden in het openbaar (boetes lopen op tot 1.000 euro, 6 maanden gevangenisstraf en stokslagen bij dronkenschap), achter gesloten deuren wordt meer dan af en toe wel eens een glaasje genuttigd.
Bij Majid horen we net als de voorbije dagen het verhaal hoe moeilijk de Iraniërs het hebben, dat hun politieke en religieuze leiders het de bevolking heel moeilijk maakt. Er wordt met harde hand geregeerd. Westerse blokkades helpen het land ook niet vooruit. Ze zijn erg nieuwsgierig naar het beeld dat wij, buitenlanders, hebben van Iran. Ze verontschuldigen zich voor hun leiders. Maar verandering zit er hier niet onmiddellijk aan te komen.
Na een verkwikkende nachtrust toont Majid op zaterdag 12 april ’s morgens trots zijn stad tussen de rijstvelden vanop de nabijgelegen heuvel. Een landschap dat totaal verschilt van het beeld dat wij van Iran hadden, maar dat geldt zowat voor elk beeld dat wij van Iran voorgeschoteld krijgen; wat media doet met een mens. We worden er ook nog op een ritje in de achtbaan getrakteerd. In de binnenstad staat een gebouw met acht deuren, vanwaar de stadsnaam “Hashtpar” is afgeleid. Het wordt nu gebruikt door de revolutionaire garde en foto’s nemen is dus ook uit den boze, volgens onze reisgids. Van Majid mag het wel ;-). Als afscheid krijgen we nog een set zelfgemaakte schaakstukken cadeau.

We are heading for the Caspian Sea, which we haven’t seen since October last year (Baku – Azerbaijan). But we won’t make it today. We are passing through the city of Hashtpar (also called ‘Talesh’). Upon seeing a police car, we stop and ask the policemen if they can show us a safe place to spend the night. That would have been easy if one of the men had spoken English. With signs we try to explain what we want. One of the policemen tells me to follow him. He enters a wood workshop and calls for the owner. Majid is multilingual and is very happy to see us. He invites us to spend the night in the free apartment next to his. We can park our car at the back of his building. He stresses that we do not have to pay. We are his guests. Meanwhile it’s eight thirty. Majid has to work until 10 o’clock, but we’ll chat afterwards. We get invited by his wife for dinner. When Majid arrives, we are served eggs with vegetables and French fries and bread (Iranians eat bread with everything). At the moment that we think we are full, Majid’s wife puts lamb kebabs on the table and dinner is finished with some fruit (some 6 or 7 oranges). Imagine our surprise when our host puts a bottle of vodka on the table. Alcohol may be forbidden in public (fines rise up to 1,000 euro, 6 months in jail and beatings when found drunk); behind closed doors more than one sip is consumed.
At Majid’s we hear the same story as the past few days about how hard it is for Iranians, how difficult life is made by political and religious leaders. Western blockades do not help the country either. The people are very curious about the image that we, foreigners, have about Iran. They apologise for their leaders. But change is not for the next few years.
After a refreshing sleep Majid proudly shows us his city in the middle of rice paddies from a nearby hill on Saturday 12th April. A landscape that totally differs from the image we had from Iran, but that applies to almost every image we get from the country. The power of the media! We are treated to a ride in the rollercoaster. In the city center there is a building with 8 doors, from which the city name “Hashtpar” is derived. Now it is used by the revolutionary guard and taking pictures is supposed to be forbidden, according to our travel guide. But Majid allows us to take pictures ;-). As a good-bye present we get self-made chess pieces.

Iraniërs op vrijdag / Iranians on a Friday

Iraniërs op vrijdag / Iranians on a Friday

Onderweg / On the road

Onderweg / On the road

Hashtpar rollercoaster

Hashtpar rollercoaster

Hashtpar: verboden foto / forbidden picture

Hashtpar: verboden foto / forbidden picture

Vanuit Hashtpar sturen we ons huisje opnieuw de bergen in. Tussen de rijst- en theevelden met de bergen op de achtergrond wanen we ons even terug in Vietnam, maar dit is wel degelijk Iran. De weg brengt ons naar het idyllische bergdorpje Masuleh. De huisjes zijn hier tegen de steile bergflank gebouwd. Het dak van de lagergelegen huisjes vormt het terras voor het huisje erboven. Voor het eerst sinds we in Iran zijn, komen we een paar westerse toeristen tegen. Een Franse familie bezoekt met hun zoon het land van hun schoondochter.
Iraniërs zijn verzot op picknicken. Ze sparen geen moeite om met grote picknickmanden en natuurlijk een gasvuurtje om theewater te koken mee te nemen. Ze spreiden hun deken uit waar het hen goed uitkomt langs de kant van de weg en brengen er hun vrije dag door. Op populaire plaatsen vind je theehuisjes of restaurantjes met verschillende ‘hutjes’. In de buurt van Masuleh overnachten we bij zo’n theehuisje langs de rivier. Ook hier worden we vodka en whisky aangeboden. Dit keer slaan we het aanbod echter vriendelijk af. We worden dagelijks meermaals door de politie staande gehouden en willen niet rondrijden met verboden middelen in ons huis. Bovendien vertrouwen we de situatie niet helemaal.
De lente doet ook zijn intrede. Het noorden van Iran krijgt wat meer kleur en dat maakt onze ritten alleen maar aangenamer. Tussen de theevelden bereiken we de kasteelruïnes van Qal’eh Rudhkan. Om het te bereiken moeten we wel onze kuiten smeren. Het goedbewaarde en mooi gerestaureerde kasteel ligt op een bergtop en er is een stevige klimpartij van driekwartier nodig om te bereiken, maar het loont meer dan de moeite. We maken kennis met John, een Ierse Iraniër die met zijn vriend door Iran reist. We wisselen onze reiservaringen uit bij een kopje thee en lurken wat aan een waterpijp. ‘When in Rome…’ ;-).
’s Avonds komen aan in Rudsar bij de Kaspische Zee en parkeren op ’t strand. We hebben al op slechtere plaatsen gestaan om de nacht door te brengen :-).

From Hashtpar we take our home to the mountains again. Amid the rice paddies and tea fields with the mountains in the background we feel like we are back in Vietnam, but this is Iran. The road winds us to the picturesque mountain village of Masuleh. The small houses are built against the steep mountainside. The roof of the lower houses make the terrace for the houses above. For the first time since we’ve been in Iran we meet other western tourists. A French family is visiting the country of their daughter-in-law.
Iranians are really keen on picknicking. They go to great lengths to take their filled-up picknic baskets and, of course, a gas fire to boil tea. They spread their blankets or rugs wherever they think is good at the side of the road and spend their day-off there. At popular spots you find tea houses or restaurants with various ‘huts’. We spend the night at such a tea house at the riverside near Masuleh. Here as well we are offered vodka and whisky. This time we turn down the offer, however. We are stopped several times every day by the police and do not want to drive around with forbidden stuff in our home. Moreover, we don’t trust the situation completely.
Spring is setting in. The north of Iran gets a bit more colour and this makes our travels even nicer. Amid the tea fields we arrive at the Qal’eh Rudhkan castle ruins. To get to the castle we need to make an effort. The well-preserved and nicely restorated castle lies on a mountain top and we need a 45-minute climb to get there, but it’s more than worth it. We meet John, an Irish Iranian who is travelling through Iran with a friend. We exchange travel experiences over a cup of tea and gurgle at a water pipe. ‘When in Rome…’ ;-).
In the evening we arrive at Rudsar at the Caspian Sea and park our vehicle on the beach. We’ve had worse places to spend the night :-).

Masuleh

Masuleh

Masuleh

Masuleh

Masuleh

Masuleh

Qal'eh Rudkan

Qal’eh Rudkan

Qal'eh Rudkan

Qal’eh Rudkan

Rudsar: slaapplaatsje op het strand / sleeping on the beach

Rudsar: slaapplaatsje op het strand / sleeping on the beach

Onze rit langs de kust van de Kaspische Zee verloopt iets anders dan verwacht. We hebben geen haast, maar moeten toch wat voortmaken als we ooit nog Teheran willen bereiken en een stukje van het zuiden van het land willen zien.
Op maandag 14/04 willen we ’s middags kort halthouden in Ramsar voor een snelle hap. We vinden een mooi terrasje aan de zee en bestellen thee en kebab. We krijgen echter een volle tafel met verschillende lokale gerechten voorgeschoteld. Onze snelle hap wordt een uitgebreide en heerlijke maaltijd. Een uur later dan verwacht zijn we met overvolle maag weer onderweg langs de kust. In het stadje Tonekabon gaan we ook even kort aan de kant. Een buitenspiegel is stuk en er moet een lampje van een verstraler worden vervangen. Bij een winkel met auto-onderdelen (waarvan er bij het binnenrijden van elke stad tientallen zijn) hoop ik het nodige te vinden. De winkel blijkt echter gesloten. Tussen 1 en 4 in de namiddag houden veel Iraniërs een siësta, om daarna tot 9 of 10 uur ’s avonds weer verder te werken.
Als ik weer in de auto wil stappen, komt Behnam op mij toegestapt. Hij heet ons welkom in Iran en vraagt hoe hij ons kan helpen. Ik vertel hem wat ik zoek. Geen probleem toch. Hij rijdt mij anderhalf uur rond in de stad op zoek naar een lampje voor mijn verstralers, dat we uiteindelijk niet vinden en laat mijn spiegel repareren. Als we willen, kunnen we bij hem blijven overnachten en hij biedt ons een glaasje vodka aan. Voor de derde keer op drie dagen tijd krijgen we de kans op sterke drank in een land waar alcohol ten strengste verboden is… Maar we moeten voortmaken en opnieuw bedanken we vriendelijk voor het aanbod. Hij geeft ons nog zijn telefoonnummer mee… gewoon… voor het geval… Je weet maar nooit. Ons boekje raakt gevuld met adressen en telefoonnummers.

Our ride along the Caspian Sea coast is not exactly as we planned. We are not in hurry, but we will need to make a bit of haste if we want to arrive at Teheran one of these days and see something of the southern part of the country.
On Monday 14/04 we want to make a short stopover at Ramsar for a quick bite. We find a nice terrace at the sea and order tea and kebab. However, we end up with a table filled with various local dishes. Our quick bite turns out to be a sumptuous and delicious meal. An hour later than expected we are on the road again with a stuffed stomach. We shortly stop at Tonekabon. In a car parts store (of which you find dozens when entering a city) I hope to find what I need. The shop is closed, though. Between 1 and 4 in the afternoon many Iranians take a siesta, to continue to work until 9 or 10 o’clock in the evening.
When I want to get into the car again, Behnam comes to me. He welcomes us to Iran and asks how he can help us. I tell him what I’m looking for. Not a problem! He takes me around town for an hour and half in search for a lamp for my high-beam headlamp, which we eventually don’t find, and we have a side-mirror fixed. If we want we can stay at his place and he offers us a glass of vodka. For the third time in three days we get a chance to drink spirits in a country in which alcohol is absolutely forbidden… But we need to hurry and we turn down the offer once again. He gives us his phone number… you know… just in case… you never know. Addresses and phone numbers are filling up our booklet
.

Ramsar: snelle hap / quick bite

Ramsar: snelle hap / quick bite

Teheran zullen we vandaag wel niet meer bereiken. De weg van Chalus aan de kust naar de hoofdstad kronkelt op en neer door de bergen. We zullen uiteindelijk meer dan 5 uur rijden over de 200 km. De miljoenenstad zal dus voor morgen zijn. Dan gaan we maar voor een panoramarit naar het stadje Kelardasht dat we na een adembenemend tochtje tegen valavond bereiken. Een slaapplaats vinden blijkt hier echter niet zo eenvoudig. We spreken dan maar weer politieagenten aan, die opnieuw geen Engels spreken, maar eens ze begrijpen waar we naartoe willen, begeleiden ze ons met zwaailicht tot bij een hotel, waar we ons bakje op de parking mogen plaatsen. We gaan opnieuw een rustige en veilige nacht tegemoet.

Obviously, we want make it to Teheran anymore today. The road from Chalus at the coast to the capital winds up and down through the mountains. In the end it will take us over 5 hours to drive the 200 kms. So we’ll arrive at the metropolis tomorrow. So we go for a scenic drive to the city of Kelardasht, where we arrive in the evening after a breathtaking trip. Finding a spot to sleep appears slightly more difficult. So we address policemen again, who don’t know English again, but once they understand what we want, they escort us with flashing lights to a hotel, where we can put our house. Again we can be sure of a quiet and safe night.

Onderweg / along the road

Onderweg / along the road

Onderweg / along the road

Onderweg / along the road

We bereiken de Iraanse hoofdstad kort na de middag. Op de ringweg belanden we tussen honderden, zo niet duizenden Peugeots. Het Franse merk (vooral de modellen 405 en 206) geeft naast de Iraanse merken Saipa en Iran Khodro kleur (vooral wit 😉 ) aan de wegen. Maar je wilt niet te lang in dit mierennest rondhangen. Het verkeer is een ware chaos. Met rijstroken wordt weinig tot geen rekening gehouden en de auto’s komen van alle kanten voorbijgeraasd. Mochten ze kunnen komen ze onderdoor of springen ze over je auto om voorbij te kunnen.
We hebben ons oog laten vallen op de luchthaven Mehrabad dicht bij de stad om onze “monstertruck” te parkeren en mogelijk ook te blijven slapen. Als we er bijna aankomen, rijden we voorbij een politiepost en willen nog even vragen of het een goed (veilig) idee is om op de luchthaven te parkeren (en te slapen), maar voor we bij de agenten raken, is er al een auto gestopt en komt een breedglimlachende man zwaaiend op ons af. Waar komen we vandaan? Waar willen we naartoe? Hij begeleidt ons (alweer belangeloos) naar een dichtbijgelegen bewaakte parking en legt aan de niet-Engelssprekende mensen daar uit dat we er een paar dagen zullen blijven staan en er ook zullen slapen.

We arrive at the Iranian capital early in the afternoon. On the ring road we end up amongst hundreds, if not thousands, of Peugeots. Next to the Iranian brands Saipa and Iran Khodro, the French brand (especially the models 405 and 206) colours (particularly white 😉 ) the roads. But you don’t want to spend too much time in this ants’ nest. Traffic is true chaos. Lanes are not taken into account and cars flash past from all sides. If they could they’d pass under or jump over your car to pass.
We’ve set our mind to the Mehrabad airport near the city to park our “monster truck” and possible to spend the night. Upon arrival we drive past a police post and want to check if it is a good (safe) idea to park (and sleep) at the airport, but before we get to the policemen, a car has stopped in front of us and a man comes up to us broadly smiling and waving. Where do we come from? Where do we want to go? He accompanies us (again unselfishly) to a nearby guarded parking and explains the non-English speaking people that we will stay there for a couple of days and will sleep in our car.

Teheran is een enorm grote stad met een goeie 17 miljoen inwoners. Er valt niet zo heel erg veel te zien, maar wij zijn er vooral om onze visa voor Turkmenistan en Oezbekistan te regelen. We proberen nog in de namiddag de Oezbeekse ambassade te bereiken om eventueel vandaag nog onze visums te kunnen regelen. Maar het consulaire gedeelte blijkt zich niet in het ambassadegebouw te bevinden. Ze zijn trouwens toch maar in de voormiddag geopend. ’s Anderendaags staan we vroeg te wachten voor het “consulaat” van Oezbekistan. We laten ons door andere toeristen vertellen dat we een aanbevelingsbrief (letter of recommendation) van de eigen ambassade nodig hebben om een visum aan te vragen en dat wordt bevestigd door de consulaire bediende. Ze noteert het adres van de Belgische ambassade en we hopen er met een taxi snel te raken, zodat we nog deze voormiddag onze aanvraag voor het Oezbeekse visum kunnen indienen. De oude taxichauffeur raast door de straten, maar blijkt niet in staat om de Belgische ambassade te vinden. Om de haverklap vraagt hij buurtbewoners, voorbijgangers, politieagenten de weg naar het adres dat we hem gaven, maar lijkt hun raadgevingen en aanwijzingen telkens weer in de wind te slaan. Anderhalf uur later zet hij, de wanhoop nabij, ons dan toch af bij onze driekleur. Onze vorige taxiritten kosten zo’n 100.000 rial (ongeveer 3 euro). De man kan geen Engels en ik weet dus niet hoeveel hij van ons verlangt. Als ik een briefje van 100.000 rial bovenhaal en hem vragend aankijk, breekt hij in een Iraanse colère los en verscheurt het vodje geld en slingert mij (naar alle waarschijnlijkheid) een hoop verwensingen naar het hoofd. Wij “vluchten” de ambassade in. Het voelt goed om op Belgisch grondgebied te zijn ;-). Bij de receptionist zien we op de monitor dat de oude man nog steeds niet is uitgeraasd. En misschien niet helemaal ten onrechte. De vrouw van het Oezbeekse consulaat had ons een verkeerd adres gegeven. Onze ambassade in Teheran is nog niet zo heel lang geleden verhuisd :-).
We worden heel vriendelijk ontvangen door onze landgenoten en we krijgen vlug en goedkoop de nodige documenten. Vlugger dan Frankrijk waar ze twee dagen op het papiertje moeten wachten; wij staan na een uur weer buiten. En goedkoper dan Duitsland, waar elke ‘aanbevelingsbrief’ 25 euro kost; wij hoeven niets te betalen! Jammer genoeg kunnen we vandaag niet meer naar het Oezbeekse consulaat door het vele tijdverlies met de taxi. De volgende dag kunnen we de nodige papieren voor onze aanvraag voorleggen.
Een andere streep door onze rekening is de behandeling van onze aanvraag. Wij dachten dat een dringende aanvraag na 1 dag zou worden afgehandeld. Voor Oezbeken duurt “dringend” een week :-). Wij passen dus onze reisplanning en –route aan. Maar vooraleer wij Teheran verlaten bezoeken we nog het Golestanpaleis: prachtig keramiekwerk, een blinkende spiegelzaal, een rustgevende tuin… De sjah had hier een aardig stulpje. In de overdekte bazaar krijgen we wat uitleg door een tapijtenverkoper. De bazaar is een stad op zich, met meer dan 20.000 winkeltjes en zo’n 2 miljoen mensen die er werken.

Teheran is an enormous city with over 17 million people. There’s not that much to see, but we are mainly here to arrange our visas for Turkmenistan and Uzbekistan. We try to get to the Uzbek embassy in the afternoon. You never know we might be able to arrange our visas still today. But the consular section appears to be at another address. And they are only open in the morning anyway. The next day we make sure we arrive early at the Uzbek ‘consulate’. Other tourists tell us that we need a “letter of recommendation” from our own embassy to apply for the visa and the consular officer confirms this. She gives us the address of the Belgian embassy and we hope to get there quickly by taxi, so that we still might be able to file our application today. The old taxi driver tears through the streets, but doesn’t seem able to find the Belgian embassy. Every other minute he asks local residents, passers-by, policemen for the way to the address we gave him, but he seems to ignore their indications over and over again. One and a half hours later he finally drops us at our embassy. Our previous taxi rides cost about 100,000 rials (about 3 euros). The man doesn’t speak English and I don’t know how much he wants. When I take out a 100,000 rial note, he gets into a Iranian tantrum, tears up the note and (probably) curses me to go to … We “flee” inside the embassy. It feels good to be on Belgian soil ;-). At the reception we see on a monitor that the old man is still in a rage. And maybe he’s not all wrong. The woman at the Uzbek consulate had given us a wrong address. Our embassy moved to another address not so long ago .
We are received very friendly by our compatriots and get the necessary documents fast and cheap. Faster than France, where they have to wait for two days to get the paper, in one hour we are outside again. And cheaper than Germany, where each ‘letter of recommendation’ costs 25 euros; we don’t have to pay any cent! Unfortunately, we can’t go back to the Uzbek consulate today due to the loss of time with the taxi. The next day we can present all necessary documents to file our application.
Another thing that upsets our plans is the treatment of our application. We thought an urgent application would be dealt with within one day. For the Uzbek “urgent” takes 1 week . So we adapt our travel plans and route. But before we leave Teheran we visit the Golestan palace: beautiful ceramics, a shiny mirror hall, a soothing garden… The shah had a nice little dwelling here. In the covered bazar we get some explanation by a carpet salesman. The bazar is a city in itself, with over 20,000 shops and more than 2 million people working there.

Teheran

Teheran

Teheran bazar

Teheran bazar

We vertrekken vanuit Teheran voor een rondrit van 7 dagen langs Kashan, Abyaneh, Esfahan en Kermanshah. Het landschap wordt droger en vlakker. We rijden door de steppe, maar de bergen zijn nooit ver weg. We bevinden ons steeds op een hoogte van 1.800 meter of meer. Terwijl we richting Abyaneh rijden, komen we voorbij een ondergrondse uraniumfabriek. Deze wordt zwaarbewaakt door militairen. Maar je wordt wel gewend aan de vele uitkijkposten, kanonnen en tanks. Foto’s hiervan kunnen we echter niet tonen, omdat we geen zin hebben in een Iraans gevangenisavontuur. Abyaneh is een klein bergdorp met traditionele lemen huisjes en opslagplaatsjes onder de grond. In de kleine (verkeersvrije) straatjes proberen oude, traditioneel geklede vrouwtjes wat souvernirs aan de man te brengen.

We leave Teheran for a 7 day tour along Kashan, Abyaneh, Esfahan and Kermanshah. The landscape gets dryer and flatter. We drive through the steppe, but the mountains are never far away. We travel at an altitude of over 1,800 metres. While we’re heading for Abyaneh, we pass an underground uranium factory, which is heavily protected by the military. But you get used to the many observation posts, canons and tanks. We can’t show you any pictures of these, because we don’t feel anything for some Iranian prison time. Abyaneh is a small mountain village with traditional mudbrick houses and underground ‘storage depots’. In the small (pedestrian) streets old, traditionally clad women try to sell some souvenirs.

Kashan

Kashan

Kashan

Kashan

Abiyaneh

Abiyaneh

Abiyaneh

Abiyaneh

We hebben op kaart gezien dat er in het centrum van Esfahan een park loopt langs de rivier in het centrum van de stad. Dit zou een mooi plekje kunnen zijn om te overnachten. Als we rond de klok van zevenen de stad bereiken, blijkt de hele stad en de wijde omgeving dit ook een prachtig plekje te vinden. Het is vrijdag, weekend dus in Iran en picknickdag! We mogen ons gelukkig prijzen dat we na een uur file een plekje vinden iets buiten de stad. Op zaterdag 19 april trekken we te voet naar de stad. We wandelen door het mooi aangelegde park op de oevers van de droge rivier. Esfahan is dé toeristische trekpleister in Iran: een leuke bazaar, prachtige moskeeën, mooie paleizen, UNESCO-stadscentrum, veel groen en een lekkere specialiteit: gaz (= lokale soort nougat).

We saw on the map that there is a park alongside the river in the city centre of Esfahan. That might be a nice spot to spend the night. When we arrive in town around 7 o’clock in the evening, the whole city and surroundings seem to think this is a nice spot. It’s Friday, so weekend in Iran and picknick day! We can call ourselves lucky that we eventually find a place to park after 1 hour of traffic jam. On Saturday 19th April we head to the city on foot. We stroll through the nicely laid-out park on the banks of the dry river. Esfahan is thé touristic highlight in Iran: a nice bazar, beautiful mosques, excellent palaces, UNESCO city centre, much green and a delicious speciality: gaz (= local type of nougat)

Esfahan

Esfahan

Esfahan

Esfahan

Onderweg naar Kermanshah in het westen van het land worden we naar de kant gezwaaid door een voorbijrijdende motorfietser. Hij wijst er ons op dat onze laadbak schade heeft. Hij spreekt echter geen Engels en kan dus niet echt veel uitleg geven… Maar had ik daar een dag of tien geleden niet een telefoonnummer gekregen? Even Behnam bellen dus. Hij kan de uitleg eventueel vertalen. Blijkt dat er risico is dat onze laadbak (met onze woonunit) afbreekt en nodig moet hersteld worden. Dat kan echter 3 dagen duren. En die tijd hebben we niet. Wij moeten terug naar Teheran om verder onze visumaanvragen af te werken. Maar geen nood. Behnam heeft een vriend in Teheran die ons bijna zeker kan helpen. We spreken af dat we contact zullen opnemen als we terug zijn in de Iraanse hoofdstad. De auto wordt voorlopig ‘hersteld’, zodat we veilig verder kunnen.
Onze tocht naar Kermanshah gaat opnieuw door de bergen. De nomaden voelen ook de lente kriebelen en trekken er opnieuw op uit. Met hun kuddes schapen en geiten beginnen ze aan hun trektocht door de bergen.
In Kermanshah in Iraans Koerdistan bezoeken we de rotsreliëfen van Taq-e-Bustan en willen we onze “tent” opslaan in het stadspark zoals de locals doen, maar we worden er door een jongeman op gewezen dat dit misschien toch niet zo’n goed idee is hier, te veel gevaarlijke types We plaatsen ons beter bij het politiekantoor. Ali belt een ‘politievriend’ die ons onder zwaailichtbegeleiding voor de poorten afzet. Hier kunnen we op onze beide oren slapen, bewaakt door 2 geweren. Na een wandeling door de plaatselijke bazaar bezoeken we de historische site van Bisotun 30 km buiten de stad. We bezichtigen er 2000 jaar oude bas-reliefs en teksten in de rotsen.

On the way to Kermanshah in the west of the country a passing moped waves us to a halt. He points out that our “loading platform” is damaged. However, he doesn’t speak English, so he can’t really explain what he means… But didn’t I get a phone number some ten days ago? Let’s call Behnam. He might translate the explanation of the man. Apparently, there is a risk that the “loading platform” (carrying our living unit) breaks off and it needs repairing. That might take three days, though. And we don’t have that time. We need to go back to Teheran to further make visa applications. No worries! Behnam has a friend in Teheran who can help us for sure. We agree that we’ll contact him again when we’re back in the Iranian capital. The car is ‘fixed’ temporarily, so we can travel on safely.
Our trip to Kermanshah leads us through the mountains again. The nomads feel that spring is in the air and are getting out as well. With their herds of sheep and goats they start their trek through the mountains.
In Kermanshah in Iranian Kurdistan we visit the rock reliefs at Taq-e-Bustan and want to put our “tent” in the city park, as the locals do, but a young man points out that that might not be such a good idea, too many dangerous characters around here. We might be better off parking at the police station. Ali calls a ‘police friend’ who escorts us with flashlights and drops us at the gates. Here again, we can have a quiet night, guarded by two guns. After a walk through the local bazar we visit the historical site of Bisotun 30 kms outside of the city, with 2000 year old bas-reliefs and inscriptions in the rocks.

Onderweg / Along the road

Onderweg / Along the road

Onderweg / Along the road

Onderweg / Along the road

Bisotun (Herakles)

Bisotun (Herakles)

Bisotun : Darius reliëf

Bisotun : Darius reliëf

Terug in Teheran ontmoeten we Behnams vriend Mohsen. Hij en zijn broer produceren en verkopen onderdelen voor 4×4-wagens en organiseren off-roadtours in de woestijn. Hij kent dus wel wat af van wagens. Onze woonunit is wat te groot voor onze laadbak, die te veel naar achteren hangt, waardoor er te veel druk komt achter de achteras en onze bladveren overbelast raken. De aanhechtingspunten van onze woonunit aan de laadbak zijn ook niet voorzien op de slechte wegen waarover wij al hebben gehobbeld en nog zullen hobbelen. In Teheran heeft Mohsen echter niet het nodige materiaal om ons bakje er opnieuw bovenop te helpen. We moeten terug naar het noorden, naar de werkplaats van zijn broer.
’s Avonds vieren we Mohsens verjaardag met een hamburger en een glaasje Iraanse vodka ;-). Op donderdag 24 april halen we onze Oezbeekse visums op en haasten ons daarna naar het Turkmeense consulaat om onze aanvragen voor dat land in te dienen. Daarvoor laten we nog de nodige kleurenkopies maken: voorblad paspoort, Iraans en Oezbeekse visum. Om je aanvraag voor een transitvisum voor Turkmenistan te kunnen indienen heb je een visum nodig van het land dat je bezoekt voor je Turkmenistan binnengaat en van het land dat je inreist na je doortocht in Turkmenistan. Tja, er komt soms wat (onnodig) papierwerk aan te pas. Maar we krijgen het voor mekaar. Binnen een week kunnen we onze visas ophalen in Mashad, dichterbij de Turkmeense grens. Mohsen vergezelt ons naar Tonekabon in het noorden, waar zijn broer en zijn team een dag of twee-drie werk zal hebben aan het opknappen van ons karretje. Geen probleem, denken de Iraniërs dan. Behnam komt ons oppikken. Het is donderdagavond, weekend dus, en hij heeft wat vrienden uitgenodigd voor een gezellig samenzijn met een hapje en een drankje. Wij horen er nu ook bij. We kunnen er blijven slapen en hoeven eigenijk niets meer te doen. Alles wordt voor ons geregeld en georganiseerd. Wij hoeven enkel maar te knikken en te volgen. De gastvrijheid is onmetelijk, maar je moet er wel voor opletten niet ‘geleefd te worden’. Hier kunnen wij nu niet veel anders; onze auto is in de garage ;-). We genieten er met volle teugen.
Op vrijdag (weekend dus) rijden we met Behnam en zijn verloofde Bahare naar Ramsar. Daar gaan we bij Pegah en Nima eerst wat sporten. In de namiddag wordt er gevolleybald op het scherp van de snee. ’s Avonds gaat het er opnieuw relax aan toe.
Zolang er aan onze auto wordt gewerkt, wonen we mee met Bahares familie. We worden er in het gezin opgenomen. Het is alsof we er al jaren wonen. We krijgen elke dag een andere Iraanse specialiteit voorgeschoteld. De dagen worden afgesloten met een glaasje vodka. Als afscheid wordt met de vader des huizes een Cubaanse sigaar gerookt. En we moeten beloven bij een volgende bezoek aan Iran terug te komen!

Back in Teheran we meet Behnam’s friend Mohsen. He and his brother manufacture and sell spare parts for 4WD cars and organise off-road tours in the desert. So he does know something about cars. Our living unit is a bit too big for our car pick-up, so it tends too much backwards, which results in too much pressure on the rear axe and our leaf springs get overburdened. The points of attachments are not strong enough for the type of (bad) roads on which we have bumped and rocked and will bump and rock later on. Mohsen does not have the necessary parts to help our car. We have to go back north, to the repair shop of his brother.
In the evening we celebrate Mohsen’s birthday with a hamburger and a glass of Iranian vodka ;-). On Thursday 24th April we collect our Uzbek visas and hurry to the Turkman consulate to file our application for that country. For that purpose we have the necessary photocopies made: first page of passport, Iranian and Uzbek visa. To be able to file an application for a transit visum for Turkmenistan you need to have a visa of the country you are leaving when entering Turkmenistan and the country that you are going to afterwards. Indeed, sometimes there is the (unnecessary) red tape. But we get it done. In one week we can pick up our visas in Mashad, closer to the Turkman border. Mohsen joins us to Tonekabon in the north, where his brother and his team will have two to three days of work to fix our car. No problem, Iranians think in such a situation. Behnam comes to pick us up. It’s Thursday evening, so it’s weekend, and he has invited some friends for a nice gathering with a snack and a drink. Now, we are part of it as well. We can spend the night and can just sit down and relax. Everything gets arranged and organized for us. We just have to nod and follow. Hospitality is unmeasurable, but you need to take care that your life isn’t lived for you. But here we can’t do much else; our car is in the repair shop ;-). We fully enjoy it.
On Friday (weekend) we drive with Behnam and his fiancée Bahare to Ramsar. We go to do some sports at Pegah and Nima’s. In the afternoon we play volleyball intensively. In the evening we relax.
As long as they are working on our car, we live with Bahare’s family. We are accepted in the family. It’s like we’ve been living here for years. Every day another Iranian dish is served. The days end with a glass of vodka. Before leaving Bahare’s father offers a Cuban cigar. And we have to promise to come back at our next visit to Iran!

Tonekabon: ontbijten met vrienden / breakfast with friends

Tonekabon: ontbijten met vrienden / breakfast with friends

Tonekabon: ready to rumble

Tonekabon: ready to rumble

Tonekabon: Kaspische Zee / Caspian Sea

Tonekabon: Kaspische Zee / Caspian Sea

Na een verblijf van 4 dagen bij de familie Brahimi is onze wagen weer reisklaar en vertrekken we opnieuw naar het zuiden. Shiraz en de historische site van Persepolis hebben we uit onze reisroute moeten schrappen en dus gaat het rechtstreeks naar Yazd. Weer onderweg worden we nog evenveel aangegaapt en nagestaard als voorheen. Niet enkel ons karretje valt erg op tussen de andere wagens. Ook wij vormen een attractie als we ergens wandelen. Honderden foto’s werden al van ons genomen
Onderweg tanken we nog maar eens wat diesel bij. In Iran moeten we hiervoor tussen de vrachtwagens gaan staan. Hier rijden de auto’s op gas of benzine. We hebben wel pech. Terwijl we in Tonekabon zaten te wachten, is de dieselprijs de hoogte in geschoten. Iraniërs betalen 1500 rial (= ongeveer4,5 eurocent), toeristen betalen (meestal) 3500 rial, toch wel 10 eurocent. Tijdens onze ‘pauze’ is de prijs verhoogd tot 2500 rial voor Iraniërs en 5000 rial (15 cent !!) voor toeristen. Hoe durven ze!
In Yazd parkeren we ons in de binnenstad bij een hotel, waar we een paar Franse en Duitse “autotoeristen” ontmoeten. De Fransen met Toyota LandCruisers; het jonge Duitse koppel met een oudere Mercedes.
Yazd is dan misschien Esfahan (of Shiraz, maar daarover kunnen we geen uitspraak doen) niet; het is best een gezellig stadje. De oude binnenstad wordt omringd door heel wat oude, vervallen lemen huizen. Dit is eveneens haast een openluchtmuseum, waar weer heel wat keramiekgebouwen te bewonderen vallen. Voor ons wat ontgoochelend is de Zoroastrische tempel, waar een 1500 jaar oude vlam brandt. Voor de aanbidders en volgers van Zaratustra is dit een heilige plaats.

After our 4 day stay with the Brahimi family our car is roadworthy again and we leave once more southbound. We had to cross out Shiraz and the historic site of Persepolis from our itinerary and so we head straight for Yazd. Back on the road we are still being gazed and gaped at. Not only our small car catches the eye amongst the others. We are an attraction ourselves and people frequently ask us to take pictures.
Along the way we fill up our diesel tank once more. In Iran we have to queue in the truck lane. Here cars drive on petrol or gas. While we were waiting in Tonekabon, the diesel price rocketed. Iranians paid 1,500 rials (= approx.. 4.5 eurocent), tourists paid (mostly) 3,500 rials, the whole 10 eurocents. During our ‘break’ the price was raised to 2,500 rials for Iranians and 5,000 rials (15 cents!!) for tourists. How dare they!
In Yazd we park in the city near a hotel, where we meet a couple of French and German “car tourists”. The French with Toyota LandCruisers; the young German couple with an older Mercedes truck.
Yazd might not be Esfahan (or Shiraz, but that we don’t know), it still is a nice city. The old inner town is enclosed by old, dilapidated brickwall houses. It is also almost an open air museum, where lots of ceramic buildings can be admired. A bit disappointing to us is the Zoroastrian temple, where a 1,500 year old flam is burning. For the admirers and followers of Zarathustra this is a holy place.

Yazd: Zeinodin Karavanserai

Yazd: Zeinodin Karavanserai

Yazd

Yazd

Yazd: slaapplaats / sleeping spot

Yazd: slaapplaats / sleeping spot

Net buiten Yazd bevindt zich nog zo’n Zoroastrisch heiligdom. Chakchak trekt jaarlijks duizenden pelgrims. Volgens de legende gooide een prinses die op de vlucht was voor de Mongolen haar staf hier tegen de rotsen en begon er water uit te “druppen”. Chakchak betekent “drup drup”. De rit door de woestijn naar het verlaten dorpje alleen is al de moeite.
Daarna zetten we onze tocht door de Iraanse woestijn verder richting Mashad, met een overnachtingstussenstop in het plaatsje Tabas. We parkeren er tussen de vrachtwagens op een groot rondpunt waar een enorme moskee op is gebouwd. Dit oord stond niet in onze reisgids, maar het is waarschijnlijk de mooiste moskee die we tot nog toe hebben bezocht. Om het domein te betreden volstaat voor Lies haar hoofddoek niet meer. Hier betreden alle vrouwen de moskee met een chador om. De foto zal alles duidelijk maken.
Verkeersborden manen ons steeds weer tot voorzichtigheid aan, zodat we geen kamelen omverrijden onderweg. We krijgen de woestijndieren echter niet te zien.

Just outside of Yazd there is another Zoroastrian sanctuary. Thousands of pilgrims visit Chakchak every year. According to the legend a princess on the run for the Mongols threw here staff against the rocks here and water began “dripping” out of them. Chakchak means “drip drip”. The drive itself through the desert to the deserted village is more than worth it.
After that we continue our journey through the Iranian desert and head for Mashad, with a sleepover at Tabas. We park amongst the lorries on along a large roundabout on which an enormous mosque has been built. This place was not mentioned in our travel guide, but so far it’s probably the most beautiful mosque we have visited. To enter the site, a headscarf for Lies is not sufficient anymore. Here all women enter the mosque with a chador. The picture will make things clear.
Road signs continuously warn us for crossing camels. We don’t get to see the desert animal, however.

Onderweg naar Chakchak / on the road for Chakchak

Onderweg naar Chakchak / on the road for Chakchak

Chakchak

Chakchak

Opgelet / Watch out

Opgelet / Watch out

Tabas

Tabas

zonder woorden / without words

zonder woorden / without words

Ons hoofddoel in de heilige stad Mashad is ons visum voor Turkmenistan ophalen dat we een week geleden in Teheran hebben aangevraagd. Als we op zaterdag 3 mei bij het consulaat aankomen, blijken onze visa echter nog niet klaar. De consulaire bediende denkt dat het misschien wel maandag klaar zal zijn. Deze boodschap is niet wat we verwacht hadden en bezorgt ons de nodige hartkloppingen. We leggen de vriendelijke man uit dat maandag ons Iraanse visum verloopt en we nooit meer op tijd aan de grens raken als we pas maandag onze visa “misschien” kunnen ophalen. Hij neemt contact op met zijn collega in Teheran en zegt ons om 3 uur in de namiddag terug te komen. Met 90% zekerheid kan hij zeggen dat onze visa zullen klaarliggen. We kunnen niet anders dan hopen dat het in orde komt. Aan de resterende 10% willen we niet denken.
Nu we toch in Mashad zijn, kunnen we even goed ook nog het schrijn van Imam Reza bezoeken. Reza is de achtste imam van de sjiïeten en de enige die in Iran is begraven. Dit is het grootste bedevaartsoord in Iran, dat hoofdzakelijk sjiietisch is. Ook deze heilige plaats mag Lies enkel met chador betreden. We krijgen een persoonlijke, Engelssprekende gids mee die ons door het hele complex rondleidt.
Als we om 15 uur weer bij het consulaat zijn, zijn onze visum nog niet klaar, maar we hoeven maar 10 minuutjes meer te wachten. Het komt dus allemaal in orde en op zondag 4 mei rijden we richting Turkmeense grens.

Our main objective in the holy city of Mashad is to pick up our Turkmen visa which we applied for in Teheran a week ago. When we arrive at the consulate on Saturday 3 May, our visa appear not to be ready. The consular clerk thinks they might be ready on Monday. This is not the message we expected and our hearts miss a few beats. We explain the friendly man that our Iranian visa is expiring on Monday and we will not make it to the border in time if we only get our visas on Monday (maybe). He contacts his colleague in Tehran and tells us to come back at 3 o’clock in the afternoon. He says our visas will be ready with 90% certainty. We can only hope everything works out. We don’t want to think about the remaining 10%.
Now that we are in Mashad we might as well visit the shrine of Emam Reza. Reza is the eighth eman of Shiites and the only one buried in Iran. This is the main pilgrimage site in Iran, which is Shiite for the larger part. Also this holy place, Lies can only enter in chador. We get our personal, English-speaking guide who shows us the whole complex.
When we return to the consulate at 3, our visas are not ready yet, but we only have to wait another 10 minutes. Everything turns out well and on Sunday 4 May we head for the Turkmen border.

Mashad: Emam Reza shrine

Mashad: Emam Reza shrine

Mashad: Emam Reza shrine

Mashad: Emam Reza shrine

Mashad: Emam Reza shrine

Mashad: Emam Reza shrine

2 thoughts on “IRAN

Leave a comment