Turkije: deel 2B / Turkey: part 2B

Op zaterdag 22 maart nemen we ’s avonds vanuit Göreme de bus naar Kayseri, waar we enkele uren moeten wachten op de nachtbus naar Kahta. Het ideale tijdverdrijf zou hier de finale van de beker van België zijn. Maar naast Twitter en YouTube zijn blijkbaar ook alle livestreamkanalen in Turkije geblokkeerd en dus zit ik tandenknarsend op een koude stoel in het busstation. Buiten zakt de temperatuur inmiddels ook tot tegen het vriespunt, maar op de bus is het lekker warm. We komen ’s ochtends om 7 uur aan in het stadje Kahta. We worden (nog maar eens) aangesproken in het Duits. De vriendelijke Turk woont in Berlijn en is hier net op bezoek. Hij helpt ons bij het regelen van onze volgende bus en geeft ons zijn gegevens. We mogen hem steeds contacteren als we iets nodig hebben, problemen krijgen, … We bedanken hem van harte en bussen tot het dorpje Karadut. We worden op de hoofdweg gedropt; het dorpje ligt 3 km verder. We hebben nog maar net onze zakken op onze rug geslingerd als een auto stopt en ons een lift aanbiedt tot in het dorp. De mannen komen net van de bakker ergens verderop en we krijgen zoetigheid aangeboden. Ze zetten ons af aan het pensionnetje waar we wilden zijn. Karadut vormt het basiskamp om Nemrut Dagi (berg Nemrut) te bestijgen. Die twaalf kilometer kun je ofwel met de auto (taxi) omhoog rijden of je kunt die ook te voet afleggen. En je raadt het nooit. Wij binden onze wandelschoenen aan en stappen de 12 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 9,5% omhoog. Puffend en zwetend bereiken we de de top van de berg. HIer liet koning Antiochos tussen 64 en 38 voor Christus grote beelden plaatsen van zichzelf tussen de goden Zeus, Apollo, Fortuna… in de hoop op deze manier zelf het godenrijk te mogen betreden. De beelden konden echter de kracht van verschillende aardbevingen niet weerstaan en er zijn koppen gerold. Aan de oostkant liggen de hoofden voor de zittende beelden. Aan de westkant zijn de beelden bijna helemaal vernietigd en blijven enkel nog de hoofden over. Als wij er zijn, houden ze allemaal het hoofd koel… in de sneeuw. De top van de berg is kunstmatig aangelegd en vermoed wordt dat dit het graf van Antiochos is. Opnieuw krijgen we spectaculaire vergezichten voorgeschoteld, o.m. op het Ataturk-stuwmeer.

On Saturday 22 March, in the evening, we take the bus from Göreme to Kayseri, where we have to wait a few hours for the nightbus to Kahta. The ideal pastime would be to watch the Belgian cup final. Unfortunately, next to Twitter and YouTube all livestream channel in Turkey seem to be blocked as well, so I sit on a cold chair in the bus station grinding my teeth. Outside temperature is falling to almost freezing point, but it’s nicely warm on the bus. We arrive at the city of Kahta at 7 o’clock in the morning. (Again) Someone addresses us in German. The friendly Turk lives in Berlin and is visiting. He helps us to arrange our next bus and gives us his telephone number. We can contact him any time we need something, we are in trouble, … We thank him and bus to the village of Karadut. The bus drops us at the main road; the village is 3 km off the main road. We have only swung our backpacks on our backs when a cars comes to halt next to us and offers us a ride to the village. The men just went to the baker’s somewhere down the road and they offer us some sweets. They bring us to the pension we want to be. Karadut is more or less the base camp to ‘climb’ Nemrut Dagi (Mount Nemrut)^. You can have a taxi drive you the 12 kilometers or you can hike up the mountain. And you’ll never guess. We put on our hiking shoes and walk up the mountain; 12 kms with an average gradient of 9.5%. Puffing and sweating we reach the top of the mountain. Here, King Antiochos had placed statues of himself amongst the gods Zeus, Apollo, Fortuna, … between 64 and 38 BC, hoping to be able to enter the kingdom of the gods himself. The statues, however, could not withstand the powers of various earthquakes and heads rolled. At the east side the heads are lying in front of the sitting statues. At the west side, the statues have almost completely been destroyed and only the heads remain. When we are there, they keep a cool head… in the snow. The top of the mountain has been artificially created and… presumably this is the grave of Antiochos. Again, we enjoy superb views, amongst others of the Ataturk reservoir.

Nemrut Dagi

Nemrut Dagi

Nemrut Dagi

Nemrut Dagi

We trekken weer verder. Dit keer met minibussen. Eerst vanuit Karadut naar Siverek, waarbij we met een ferryboot de historische rivier Eufraat oversteken. In Siverek komen we als het ware in een andere wereld terecht. We zijn nog steeds in Turkije, maar hier noemen ze het “Koerdistan”. Veel oudere mensen dragen nog traditionele kleren: mannen “zakbroeken” en traditionele sjaal op het hoofd, vrouwen donkerpaarse of witte kanten sjaals. In Siverek hebben we geluk. We hebben onmiddellijk aansluiting naar Diyarbakir van waaruit we hopen vlug verder te kunnen trekken tot Van. We komen rond de middag aan in de hoofdstad van Turks Koerdistan. Onze bus naar Van vertrekt echter maar om 23 uur, dus hebben we wat tijd om de stad te bezoeken. De oude stadswallen, aan weerszijden geflankeerd door fraai aangelegde stadsparkjes, worden gerestaureerd. Het stuk dat je er nu op kunt lopen biedt uitzicht op de oude en de nieuwe stad. Je ziet vooral lelijke apartementsgebouwen. Het groene gras van de parkjes bieden wat afwisseling. Gelukkig geeft een wandeling door de stad een ander beeld. Diyarbakir heeft nog tal van historische gebouwen, waarvan er momenteel wel veel in de stellingen staan voor restauratie. Blijkbaar hebben ze hier begrepen dat er met toerisme geld te rapen valt. Aan de grote moskee (Ulu Camii) worden we aangesproken door Siraç. Als hij hoort dat we Belgen zijn, gaat hij lekker door in het Nederlands. De man heeft 25 jaar in Rotterdam gewoond. Hij biedt ons thee aan… in het souvenirwinkeltje van zijn broer. We genieten van de sinaasappelthee en Siraç vertelt… en probeert ons kilims (tapijten) aan te smeren ;-). We bedanken vriendelijk (ook voor de thee) en trekken opnieuw naar het (koude) busstation.

Again, we move on. This time with minibusses. First, from Karadut to Siverek, during which we cross the historical river Euphrates by ferryboat. In Siverek we arrive in another world. We are still in Turkey, but here local people call it “Kurdistan”. Many elder people still wear traditional clothing: men “baggy trousers” and a traditional scarf, women dark purple or white lace headscarf. We are lucky in Siverek. We have an immediate bus connection to Diyarbakir, from where we hope to be able to move further to Van. We arrive around noon in the capital Turkish Kurdistan. Our bus to Van only leaves at 11 pm, so we have some time to visit the city. The old city walls, flanked on both sides by nicely laid-out parks, are being restored. The part which you can walk on gives a view on the old and the new city. Mainly, there are dull blocks of apartment to see. The green grass of the parks offers some colour. Luckily, a walk through the old city offers a completely differtent view. Diyarbakir still has quite a few historical buildings, most of which are surrounded by scaffolding as they are under restoration. Apparently, they have understood that tourism brings money to the city. At the great mosque (Ulu Camii) Siraç addresses us. When he hears we are from Belgium, he starts speaking Dutch. The man has lived in Rotterdam in the Netherlands for 25 years. He offers us a cup of tea… at his brother’s souvenir shop. We enjoy the orange tea and Siraç talks… and tries to sell us “kilims” (rugs) ;-). We kindly thank him (also for the tea) and head for the (cold) bus station again.

Diyarbakir: Hasan Pasha han

Diyarbakir: Hasan Pasha han

Diyarbakir: Ulu Camii

Diyarbakir: Ulu Camii

Kurdistan: traditionele mannelijke hoofddoek / traditional male head scarf

Kurdistan: traditionele mannelijke hoofddoek / traditional male head scarf

Kurdistan: traditionele vrouwelijke hoofddoek (links) / traditional female head scarf (left)

Kurdistan: traditionele vrouwelijke hoofddoek (links) / traditional female head scarf (left)

Na een prachtige rit langs ’t meer van Van en tussen besneeuwde bergen bij zonsopgang, komen we om 6 uur ’s morgens aan in Van. Er is nog geen kat op straat. We zoeken het hotelletje uit onze reisgids, maar vinden het niet. Eén wakkere burger maakt ons duidelijk dat het niet meer bestaat. We zoeken onderdak in andere hotels, maar voelen ons wat Jozef en Maria. Overal maken ze ons duidelijk dat ze volgeboekt zijn. Met de hulp van een ‘restauranthouder’ vinden we dan toch een bed. Eerst dachten we dat ze in de andere hotels geen westerlingen wilden, maar blijkbaar hebben de Iraniërs vakantie en komen zij massaal de grens over. We voelen ons opnieuw welkom.

After a wonderful drive along Van lake and amongst the snowy mountains at sunrise, we arrive at Van at 6 o’clock in the morning. Nobody’s awake yet. We look for the hotel from our travel guide, but don’t find it. One early awake person tries to explain that it doesn’t exist anymore. We’re looking for a roof over our heads, but feel a bit like Joseph and Maria. Everywhere they make it clear to us that they are fully booked. With the help of a ‘restaurant keeper’ we eventually find a bed. First, we thought that the other hotels didn’t want western tourist, but apparently the Iranians have holidays and they cross the border in large numbers. We feel welcome again.

Van: 6 uur 's morgens /  o'clock in the morning

Van: 6 uur ‘s morgens / o’clock in the morning

Het is 7 uur ’s morgens en we kunnen nog niet op onze kamer en moeten dus iets verzinnen om de tijd te doden. Na een ontbijt (lokale linzensoep met brood) bij de hulpvaardige “restauranthouder” wandelen we naar de kasteelruïnes van Van net buiten de stad. Ook hier weer restauratiewerken die pijn doen aan de ogen. Die pijn wordt wel verzacht door het uitzicht op het meer van Van, het grootste meer van Turkije en dat op een hoogte van 1.700 meter.
Net zoals in de rest van Turkije proberen de verschillendepolitieke partijen de twijfelaars nog te overhalen. In deze streek is het echter vooral de Koerdische partij BDP die het straatbeeld kleurt. Bij hun partijbureau wordt zelfs al vuurwerk afgeschoten. De overwinning lijkt hier op voorhand al binnen.
Na het ontbijt met plaatselijke specialiteiten (honing, kruidenkaas, vette boter) trekken we ’s anderendaags opnieuw naar het busstation. Er zou elk uur een bus vertrekken richting Dogubayazit. Vandaag lijkt dat echter niet het geval. Als we om 9.15u ons ticket kopen (voor de bus van 9.30u), krijgen we te horen dat de volgende bus pas om 12u vertrekt. We dwalen nog wat rond in de winkelstraten. Het is duidelijk waarom zoveel Iranese buren Van bezoeken. Dit is een shoppingstad. Van ’s morgensvroeg gaan kooplustigen hier op zoek naar hun hebbedingetjes. Het valt op dat vrouwen hier veel vrijer gekleed gaan en een hoofddoek of burka eerder uitzondering is.

It’s seven o’clock in the morning and our room is not free yet, so we have to find something to kill time. After breakfast (local lentil soup with bread) at the helpful “restaurant keeper’s” we walk to the ruins of Van castle just outside of town. Here as well restoration works that are painful to the eyes. The view over Van lake, the largest lake of Turkey at an altitude of 1,700 metres eases the pain.
As in the rest of Turkey the different political parties try to persuade the doubters. In this area it’s mainly the Kurdish party BDP that colours the streets. At its headquarters they even launch fireworks. Victory seems at hand, beforehand.
After breakfast with local delicacies (honey, spicy cheese, creamy butter) we head for the bus station again the next day. We were told that there is a minibus heading for Dogubayazit hourly. Today, however, that doesn’t seem the case. When we buy our ticket at 9.15 am (for the 9.30 bus), we are told that the next bus leaves at 12 o’clock. So we wander around the city’s shopping streets. It’s clear why the Iranian neighbours visit Van. This is shopping town. Already early in the morning shoppers are roaming the streets. It’s also striking that women are dressed more freely over here and a headdress is rather an exception.

Meer van Van / Lake Van

Meer van Van / Lake Van

Net als tijdens onze andere ritten slaat ook deze busrit door de bergen ons andermaal met verstomming. Turkije is werkelijk een prachtig (en groot!) land om door te trekken. In dit eenzame, ruwe, droge, uitgestrekte rotslandschap afgezoomd door besneeuwde bergtoppen kan John Wayne of Clint Eastwood op elk moment tevoorschijn draven. Dit is westernland. Hier geen cowboys echter, maar schapen- en geitenhoeders.
Onze tussenstop in Dogubayazit is jammer genoeg een beetje een tegenvaller. Vanuit het centrum willen we op donderdag 27 maart naar het Ishak Pasja-paleis wandelen 6 km buiten de stad. De regen beslist er echter anders over. Niet enkel belemmert dit onze wandeling, ook het uitzicht op de berg Ararat, de hoogste berg van Turkije (meer info zie blog over Armenië), is vertroebeld. We hebben dus niet echt een reden om hier langer te blijven en beslissen om nog dezelfde dag de bus te nemen richting Kars in het noord-oosten. Tijdens onze tussenstop in Igdir kuieren we wat door de winkelstraatjes van de stad. Turkije lijkt eigenlijk een grote winkelstraat. In elke stad openen elke dag honderden winkeltjes hun deuren en bieden alles mogelijke aan (brood, kleren, elektro, schoenen, ijzerwaren, juwelen, tractorbanden, döner, …).
Vanuit Kars bezoeken we de ruïnes van de historische stad Ani, de oude hoofdstad van het Armeense rijk. Deze stad was naast Istanboel (Turkije) en Bagdad (Irak) een van de belangrijkste plaatsen op de zijderoute. De stad werd meermaals veroverd (Ottomanen, Georgiërs, Armenen, Russen,…) en werd in 1921 door een Turks-Russisch verdrag aan Turkije geschonken. Door deze verschillende bezetters vind je hier ruïnes van zowel kerken en kathedralen als van moskeeën. Het ene gebouw heeft de tand des tijds en aardbevingen en de verwoestende Mongolen beter weerstaan dan het andere. De grens met Armenië wordt gevormd door een riviertje in de kloof . Aan de andere kant van de kloof staan Russische uitkijkposten die de Armeense kant van de grens bewaken. Sommige plaatsen van de ruïnesite zijn trouwens verboden terrein. Je komt er te dicht bij de gevoelige grens.

As during our other bus drives we are perplexed by the mountains. Turkey really is a beautiful (and big!) country to travel through. In this lonely, rough, dry, vast rocky landscape bordered by snowy mountain tops you expect John Wayne or Clint Eastwood to trot about. This is western country. Here no cowboys, though, only sheep and goats.
Our stopover at Dogubayazit is a bit of a disappointment. From the city centre we want to hike to the Ishak Pasha palace 6 km out of town on Thursday 27th March. The rain decides otherwise, unfortunately. It doesn’t only obstructs our walk, but also the view of Mount Ararat, the highest mountain in Turkey (for more info, see blog on Armenia) is blurred. So we don’t really have a reason to stay here any longer and we decide to take the bus to Kars in the north-east the same day. During our stopover at Igdir we stroll around the shopping streets in town. Turkey actually is one big shopping street. In each city, every day hundreds of shops open their doors and offer a wide variety of products (bread, clothing, electronics, shoes, hardware, jewelry, tractor tyres, döner, …).
From Kars we visit the ruins of the historical city of Ani, the former capital of the Armenian empire. This city was next to Istanbul (Turkey) and Bagdad (Irak) one of the most important places on the silk road. The city was conquered several times (Ottomans, Georgians, Armenians, Russians, …) and was given to Turkey by a Turkish-Russian treaty in 1921. Because of the different occupations you find ruins of churches and cathedrals as well as of mosques. One building has better survived time, earthquakes and the destroying Mongols than the other. The small river in the gorge makes up the border with Armenia. On the other side of the gorge Russian observation points guard the Armenian side of the border. Some places of the ruins site are actually off-limits. You can get too close to the sensitive border.

FOTO 9-14

Ook Kars heeft zijn gerestaureerde kasteelruïne en daarnaast nog een historisch Armeens kerkje en oude, (jammer genoeg) vervallen Turkse hamams . Het stadje heeft zelfs een toeristisch informatiecentrum, dat we na lang zoeken ook vinden. Engels wordt er niet gesproken, maar we worden er wel overladen met mooie brochures over de stad en de streek. Blijkbaar geldt in Turkije ook “hoe kleiner (en niet-toeristisch) de stad, hoe mooier het informatiemateriaal.”

Also Kars has its restorated castle ruin, next to a small historical Armenian church and old, (unfortunately) ramshackle Turkish baths. The town even has a tourist information centre, which we even find, after looking hard. English isn’t spoken there, however, but we get overloaded with nice brochures of the town and the area. Apparently, in Turkey the rule applies “the smaller (and not touristic at all) the town, the better the information material.”

Kars

Kars

We bevinden ons hier op een boogscheut van Gyumri in Armenië, waar we eigenlijk naartoe willen, maar de Turks-Armeense grens blijft gesloten, dus zullen we nogmaals een ommetje via Georgië moeten maken. Op zaterdag 29 maart rijdt noch vanuit Kars, noch vanuit Andahar een bus Georgië binnen. We opteren voor een minibus naar Andahar en van daaruit een minibus tot aan de grens. Dan zien we wel. We steken op 2.500 meter in de sneeuw de bergen over en bereiken iets na de middag de Turks-Georgische grens. Er is weinig bedrijvigheid aan deze kleine grenspost tussen Posof (Turkije) en Vale (Georgië). De Georgische douanier lijkt content dat er twee zonderlingen te voet voorbijkomen en maakt een vriendelijk praatje. We krijgen de nodige stempel en staan voor de vijfde keer in Georgië. We willen proberen te liften, maar er is bitter weinig verkeer op pad vandaag. Dan maar deenige taxi tot in Akhaltsekhi. We checken in een goedkoop, maar leuk hotelletje in. Hotel Meshketi lijkt nog uit de Sovjettijd te stammen, net als de vriendelijke dame aan de receptie . We zijn verbaasd hoe goed haar Engels is!
In het busstation checken we wanneer we op maandag de bus kunnen nemen naar Gyumri. Ook hier spreekt iemand Engels! We wisten niet wat we van dit stadje moesten verwachten, maar Akhaltsikhe heeft een uitzonderlijk mooi gerestaureerd kasteel. Als we door de poorten het binnenplein betreden, worden we verwelkomd door middeleeuwse gezangen. Blijkbaar wordt vandaag het startschot gegeven van het zomerseizoen met dans en gezang .
De gerestaureerde site werd pas in 2012 geopend.In het lagere gedeelte bevindt zich een hotel, souvenirwinkel, restaurant en toeristisch infocentrum (waar opnieuw goed Engels wordt gesproken). In het hogergelegen gedeelte kun je een oude kerk, moskee, huizen, toren en het interessante, historische museum bezoeken en dat alles voor 2 Lari (= 0,80 euro).

At Kars, we are at a stone’s throw from Gyumri in Armenia, where we want to go next, but as the Turkish-Armenian border remains closed, we are forced to make a detour via Georgia. On Saturday 29th March there is no bus crossing the Georgian border from either Kars or Andahar. We opt for a minibus to Andahar and from there we’ll take a minibus to the border. We’ll see from there. We cross the mountains at 2,500 metres in the snow and reach the Turkish-Georgian border by noon. There’s little activity at this small border post between Posof (Turkey) and Vale (Georgia). The Georgian customs officer seems glad two odd characters come by and has a nice chat. We receive the necessary stamps and we enter Georgia for the fifth time this trip. We want to try and catch a ride, but there is no traffic around. So we take the only taxi to Akhaltsekhi. We check in at a cheap, but nice hotel. Hotel Meshketi seems to date back to Soviet times, and so does the friendly lady at the reception . We are surprised, though, about her English, which is good!
At the bus station we check when we can catch a bus to Gyumri. Here as well a woman speaks English well! We didn’t know what to expect of this small town, but Akhaltsikhe has an extraordinary beautifully restorated castle. When we enter the inner court through the gates, we are welcomed by medieval songs. Today is the kick-off of the summer season with dancing and singing.
The restorated site was only opened in2012. In the lower part there is a hotel, a souvenir shop, a restaurant and a tourist information centrum (where English is spoken well, once again). In the upper part you can visit an old church, a mosque, houses, a tower and the interesting historical museum and all of that only for 2 lari (= 0.80 euro).

Naar de Georgische grens / to the Georgian border

Naar de Georgische grens / to the Georgian border

Akhaltsikhe

Akhaltsikhe

Akhaltsikhe

Akhaltsikhe

Leave a comment